Seksueel misbruik bij sportclubs

transcriptie

Argos NPO radio1
12 november 2016

Een reportage van Meike van Roosmalen en Kees van den Bosch

 

-- BEGIN UITZENDING --

Presentator (Max van Weezel)

We gaan sporten. Nou ja, bleef het daar maar bij. Net als in de katholieke kerk en eigenlijk overal in de maatschappij hebben ook sportclubs te maken met seksueel overschrijdend gedag, een nette term voor seksueel misbruik. 

 

Gelukkig is er beleid bij de sportbonden en bij koepel NOC*NSF om sporters er te beschermen en te begeleiden. Het probleem wordt aangepakt. Maar hoe groot is het probleem eigenlijk? En werkt de aanpak? 

 

Meike van Roosmalen ging op onderzoek. Dit is haar verslag.

 

DOCUMENTAIRE

 

BEGINTUNE

 

Kopfragment (Rianne)

Wij hebben een trainer gehad die seksueel overschrijdend gedrag heeft vertoond met een aantal van zijn teamleden.       

 

Kopfragment (Manon)

Iedereen denkt: dat gebeurt bij een andere vereniging. Maar ja, eigenlijk gebeurt het dus overal. En daar word je je door zo'n zaak heel snel van bewust. Maar ook dat je denkt: als we iets meer hadden opgelet, of hadden we meer contact met ouders gehad, waren we dan misschien wel eerder achter gekomen?   

 

Kopfragment (Nicolette Schipper van Veldhoven)

Dan heb je het wel over meer dan 200.000 kinderen. En als je dan denkt: elk een is te veel, dan hebben we toch een groot probleem voor ogen.                                    

 

Kopfragment (Marjan Olfers)

De meeste bestuurders hebben dit nog nooit aan de hand gehad. En je zal maar zo'n zaak krijgen. Dat is toch wat anders dan of er wel of geen leuke trainingspakjes voor de A1 moeten komen.

             

Voice-over (Kees van den Bosch)

Seksueel misbruik bij sportclubs. Hoe vaak komt het voor? En wordt het stevig genoeg aangepakt?   

 

Argos, over goede bedoelingen en de weerbarstige praktijk.                        

 

Jeroen

Toen het echt gebeurde was ik – denk ik - als ik goed terugreken was ik 12.           

                                                                                                 

Voice-over

Dit is het verhaal van Jeroen. Dat is niet zijn echte naam, en omdat ie volledig anoniem wil bijven wordt zijn verklaring letterlijk nagespeeld. Jeroen is nu halverwege de 30. Hij werd als minderjarige misbruikt door zijn voetbaltrainer.     

                         

Jeroen

Volgens mij had ik iets van last van mijn lies. Zoiets kan ik me herinneren. Toen zei hij: ik kijk er zo wel even naar. Toen zei hij zoiets van: dat ie me onder de douche had zien staan. Nu denk je: waar hebben we het over? Ik was verdomme 11, 12. Dan had hij het dus over de grootte van je geslachtsdeel. Toen was ik eigenlijk op het punt dat ik naar zijn slaapkamer zou gaan. En op zijn bed zou gaan liggen. En dat hij me een soort van zou masseren, of iets dergelijks. Toen weet ik volgens mij ook dat ik daar toch wel van schrok. Dat hij zoiets tegen me zei. Ik dacht echt: hij wil iets aan mijn lies... een zalfje... Weet je, als kind, je bent zo onschuldig. Pure onschuld. Je denkt niet - wat is het.. 10, 11, 12.. Ik was een kind: die dacht niet aan seks of seksuele handelingen. Helemaal niks niet. En toen ging ie.. Deed ik mijn broek uit. T-shirt had ik aan. Eerst een handdoek ging er over mij heen. Zo’n handdoekje. Beetje masseren. Ging heel snel die handdoek al weg. Waarna hij zich verplaatste naar je geslachtsdeel en probeerde wat te doen bij jou..       

Wat hij dus tegen mij zei, was: “Je moet wel ontspannen, anders lukt het niet.” Dus die uitspraak staat zo in mijn geheugen gegrift. Dat je door die uitspraak ook weer terug kunt gaan - wat je niet graag doet natuurlijk - naar dat moment dat ik als kind daar in dat kamertje lag. Dan komt het wel naar boven, ja. Dat doet heel veel pijn nog. Dat het weer zo naar boven komt. Je ziet jezelf dan liggen en dan wil je tegen jezelf zeggen: weg, wegwezen! Ga weg! 

                                                 

Toen zei hij als einde - eerst handjes afvegen, zat nog een zalfie op, aankleden - zei hij, letterlijk zei hij tegen me: “Wel mondje dicht thuis? Want hier kan ik vier jaar voor krijgen.”  Voice-over

Het misbruik van Jeroen vond ongeveer twintig jaar geleden plaats bij een voetbalclub in het Westen van het land. Om privacyredenen vertellen we niet om welke club het gaat. Jeroen komt nu pas met zijn verhaal naar buiten, omdat hij het eerder niet heeft gedurfd. Wij hebben ook gesproken met een andere man van bijna veertig die zegt dat hij ook op minderjarige leeftijd door dezelfde trainer is misbruikt. Zijn verhaal toont veel overeenkomsten met dat van Jeroen, maar hij durft het niet op de radio te vertellen. Beide mannen hebben inmiddels contact gehad met de zedenpolitie, maar hebben nog geen aangifte gedaan. In het geval van Jeroen is de zaak verjaard en de andere man wil de zaak nu niet opnieuw oprakelen. Het is dus hun verhaal tegenover dat van de voetbaltrainer. Wij zochten de vermeende dader, die inmiddels rond de 60 is, op om hem de beschuldigingen voor te leggen. Hij ontkent ooit ontucht te hebben gepleegd met minderjarigen. 

 

Dat is een probleem bij seksueel misbruik: het is vaak lastig te bewijzen. In dit geval zijn er echter meerdere verklaringen. Maar omdat het niet echt te bewijzen is vertellen we het verhaal anoniem, we noemen niet de naam van de voetbalclub en ook niet van de trainer. 

 

Het verhaal van Jeroen staat symbool voor de impact van iets wat veel vaker voorkomt: seksueel grensoverschrijdend gedrag bij sportclubs.  

 

Nicolette Schipper van Veldhoven

Bij seksueel geweld heb je over 13% van de ernstig en redelijk ernstige gevallen.  

                                                             

Voice-over

Dat zegt Nicolette Schipper van Veldhoven, lector veilig sportklimaat aan hogeschool Windesheim. Ze baseert zich op een Nederlands-Vlaams onderzoek uit 2014. Een enquête waarin aan 4.000 volwassenen is gevraagd of ze als kind te maken hebben gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag bij een sportclub.    

             

Nicolette Schipper van Veldhoven

In Nederland heb je 2,4 miljoen kinderen die sporten. Waarvan 1,6 miljoen georganiseerd. Maar als je een percentage van 13% globaal even doorrekent - mag niet helemaal zo - maar dan heb je het wel over meer dan 200.000 kinderen. En als je dan denkt: elk een is teveel, dan hebben we toch een groot probleem voor ogen.  

 

We hebben gekeken naar: waar komt het nou het meest voor? En dan zie je dat het eigenlijk bij alle sporten kan voorkomen op alle niveaus. Wat je wel ziet is dat er een risico zit op bepaald gedrag. Allochtonen, gehandicapten en topsporters hebben een verhoogd risico op seksueel intimiderend gedrag. Meer dan de gewone sporter, zeg maar. Maar je ziet het bij alle sporten voor komen.  

                         

Fragment NOS Journaal – 05-12-2014

De hockeytrainer uit Wassenaar die stiekem filmopnames maakte in kleedkamers staat vandaag voor het eerst voor de rechter. Hij zou vijftien jaar lang met verborgen camera’s hebben gefilmd bij hockeyclub HGC. Justitie verdenkt Luigi C. van het maken, bezitten en delen van kinderporno. Ook is er dierenporno bij de man gevonden. C. maakte opnames door camera’s te verstoppen in een kluisje. En hij filmde zo meer dan dertig meisjes- en damesteams.

 

Fragment NOS Radio 1 Journaal – 09-06-2010

Het Openbaar Ministerie vindt dat de Bossche zwemleraar Benno L. tien jaar de cel in moet en tbs moet krijgen met dwangverpleging. Hij wordt verdacht van het seksueel misbruiken van tientallen jonge meisjes. Vaak gehandicapt.

 

Voice-over

Nieuwsfragmenten van de NOS over Luigi C. uit 2014 en  Benno L uit 2010. De eerste bekende misbruikzaak in de sport was in 1996. Toen vertelden drie topjudoka’s dat zij seksueel misbruikt waren door hun trainer Peter O. Dat schudde de sportwereld wakker. In de afgelopen twintig jaar zijn er steeds meer maatregelen genomen om seksueel misbruik in de sport tegen te gaan. Maar werken die maatregelen ook?  

 

GELUID VOLLEYBALTRAINING

 

Rianne

Wij hebben een trainer gehad die seksueel overschrijdend gedrag heeft vertoond met een aantal van zijn teamleden. De meiden waren minderjarig. En dat was natuurlijk wel een hele kwalijke zaak.     

 

Voice-over

Dit is Rianne. Ze zat in 2008 in het bestuur van een volleybalvereniging in Drenthe, toen naar buiten kwam dat een van de trainers een relatie had met twee minderjarige speelsters van de club. Deze zaak is nooit in het nieuws gekomen. Daarom willen betrokkenen niet met hun volledige naam genoemd worden.     

 

GELUID AANBELLEN BIJ MANON

 

Voice-over

We bezoeken ook Manon. Zij zit nu in het bestuur van die volleybalvereniging. Manon is ongeveer even oud als de slachtoffers en zat destijds, in 2008, ook bij één van hen in het team.

                                                                                                             

Interviewer (Meike van Roosmalen)

Weet je achteraf hoe die relatie is geweest? Hoe lang ze al samen waren? Weet je daar details van?  

 

Manon

Nou, niet precies de details. Maar wel dat het bij de ene al een jaar of twee speelde. En bij de andere al meer dan drie jaar. Ja, dus allebei was het gewoon wel relatief lang voor zulk soort geheime relaties. 

 

Interviewer

En niemand had dat door destijds? 

 

Manon

Er waren een aantal mensen binnen de vriendengroep die ook wat ouder waren en wat verder, zeg maar... Bijvoorbeeld mannen die niet per se bij ons in het team speelden, maar wel van een afstandje zagen wat er gebeurde. En die hebben wel hun vermoedens gehad. En die hebben daar ook wel wat mee gedaan. Er achteraan gefietst. En nou ja, kijken of mensen echt wel naar huis gingen. Maar eigenlijk nooit zo ver door gefietst of gelopen om echt te kijken: gebeurt er nou echt iets? Ja, eigenlijk hebben zij daar achteraf ook wel spijt van. Dat ze dachten: hadden we niet eerder iets kunnen ontdekken of eerder iets kunnen zien? Maar dat is natuurlijk achteraf.

                                                             

Interviewer

En als we naar de dader kijken: hij was jouw trainer ook destijds? 

 

Manon

Ja, klopt. 

 

Interviewer

Wat was hij voor iemand? 

 

Manon

Ja, eigenlijk een hele goede trainer. Iemand die echt heel veel verstand van volleybal had. Maar wel heel makkelijk met praten. Heel goed iemand kunnen beïnvloeden. Best wel manipuleren, denk ik dan achteraf. Toen - als 16-17-jarige - had ik dat niet zo door. Maar ja, achteraf merk je wel: want er gaan bepaalde dingen op hun plek vallen. En dan denk je: ja, zo was het ook inderdaad. Alles wat hij zei geloofden we ook allemaal.    

 

Voice-over

In 2008 kwam het misbruik naar buiten. De vrouw van de trainer kwam er achter en meldde het bij de volleybalclub. Toen bleek de 35-jarige trainer al langere tijd een relatie te hebben met twee meisjes die – toen het begon – 14 en 17 jaar oud waren. Minderjarig dus. Rianne zat toen in het bestuur en ze vertelt wat er gebeurde.  

 

Rianne

Ja, hele heftige emoties natuurlijk. Want ook meer familieleden van de trainer waren lid van de vereniging, dus je had met heel veel teams te maken. Veel aspecten. Die meiden waren al jarenlang lid van de vereniging. Als bestuur zijn we eerst maar eens bij elkaar gaan zitten. Wat nu? Echt crisisberaad zeg maar. Met z'n allen zaten we 's middags hier. Zo van: wat gaan we doen? Toen hebben we inderdaad een telefoontje gepleegd naar de bond, naar de Nevobo. En die zijn 's avonds met twee personen bij ons gekomen om ons te adviseren over: wat nu?

                                                             

Voice-over

De trainer is strafrechtelijk en tuchtrechtelijk veroordeeld. Hij kreeg drie maanden voorwaardelijk en een taakstraf van 240 uur, en hij mag tien jaar geen volleybaltrainingen meer geven.

 

Vanuit de verschillende sportbonden en de overkoepelende bond NOC*NSF zijn de afgelopen jaren allerlei maatregelen getroffen. Zo heeft elke bond zijn eigen vertrouwenspersoon. De NOC*NSF heeft een anoniem meldpunt: het Vertrouwenspunt Sport. De bonden kennen ook een eigen tuchtrecht. Een andere maatregel is de gratis Verklaring Omtrent Gedrag. Vrijwilligers die bij sportclubs met jeugd werken kunnen gratis een justitiële verklaring vragen.

En daarmee kunnen ze bewijzen dat zij in het verleden niet veroordeeld zijn voor belastend gedrag, zoals ontucht. 

 

Maar werkt dat ook? In hoeverre wordt dat beleid ook uitgevoerd op het niveau van de sportclubs? Lector veilig sportklimaat Nicolette Schipper van Veldhoven:  

 

Nicolette Schipper van Veldhoven

Wat je dan ziet: dat in de loop der jaren de sportbonden wel mee gaan, maar dat we nog steeds het lokale niveau, de sportverenigingen, te weinig bereiken. Er moet nog iets gebeuren op lokaal niveau.     

 

Voice-over

Uit een enquête van vier jaar geleden bleek dat 70% van de sportverenigingen geen beleid had tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat is het meest recente onderzoek. Als meest genoemde redenen kwamen naar voren: “bij ons gebeurt dat niet”, “we kennen elkaar allemaal” en “we hebben al zo druk”. Dat leggen we voor aan Erik Lenselink, van landelijke sportkoepel

NOC*NSF.                                                                  

 

Erik Lenselink

Die laatste - te druk - dat heeft heel erg te maken met het feit dat sportverenigingen vrijwilligersorganisaties zijn die ongelofelijk veel moeten, van hun omgeving en van de leden. Dus ik snap dat dat argument gebruikt wordt. Het is ook wel.. als je weet welke stappen je moet zetten is het misschien ook wel weer makkelijker dan als je denkt: ik weet eigenlijk niet goed waar ik aan begin. En ik heb het toch al zo druk. Dus laat maar even.  

                                                 

Voice-over

Er zijn in die vier jaar veel nieuwe initiatieven bij gekomen om seksueel misbruik bij sportclubs onder de aandacht te brengen. Toch denkt Schipper van Veldhoven dat er bij die clubs zelf nog steeds veel te winnen valt.    

 

Nicolette Schipper van Veldhoven

Met name lokaal niveau. De bestuurders waar we het over gehad hebben, zolang die nog zeggen: “Ja, het komt hier niet voor. Ik hoef niks te doen.” Dan heb je een probleem. En we hebben wel 25.000 verenigingen die je dan wil bereiken. En we hebben er tot nu toe ik denk 7000 die bij ons in het systeem nadenken. Dus dan kun je zeggen: we hebben er nog veel te gaan.      

 

Voice-over

Met het systeem bedoelt Schipper van Veldhoven het programma Veilig Sportklimaat van het ministerie van VWS. Dat programma loopt sinds 2011. Het is een project waarbij bestuurders van sportclubs door de sportbonden en NOC*NSF gestimuleerd worden om beleid te voeren tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Er zijn nu dus 7000 van de 25.000 sportverenigingen die daaraan mee doen. 

 

Een van de maatregelen is die gratis verklaring voor goed gedrag. Die mag een club alleen aanvragen als ze aan kunnen tonen dat ze nog meer doen tegen seksueel misbruik. Deze week werd bekend dat sinds de invoering van die maatregel, vier jaar geleden, in totaal ruim 64.000 verklaringen zijn afgegeven voor vrijwilligers bij 7000 deelnemende clubs. Dat neemt elk jaar toe maar het is nog steeds maar een klein deel van de bijna 1 miljoen vrijwilligers bij sportclubs.

Erik Lenselink van NOC*NSF:                                  

 

Erik Lenselink

Nou, daar zijn we op de goede weg, maar hebben we nog een hele grote lange weg te gaan. En wij proberen samen met sportbonden ook constant te blijven stimuleren dat steeds nieuwe sportclubs mee gaan doen. En door die gratis Verklaring Omtrent Gedrag zien we ook wel dat dat proces doorloopt. Het is niet zo dat het stokt. Dat was vroeger: dan was er een incident en dan stokte het een beetje. Maar door die gratis Verklaring Omtrent Gedrag zien wij eigenlijk wel een constant stijgende lijn in de afgelopen jaren. Dus wij zijn op dit moment blij met de stijging. En ja, het is nog hard werken om dat de komende jaren nog veel beter te krijgen. 

                         

Voice-over

Marjan Olfers is hoogleraar sport en recht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zij heeft veel onderzoek gedaan naar seksueel misbruik in de sportwereld. En ze heeft ook veel slachtoffers en sportbestuurders geadviseerd bij incidenten. Olfers ziet ook een verbetering sinds clubs die gratis Verklaring Omtrent Gedrag aan kunnen aanvragen: meer clubs zijn zich er van bewust dat ze maatregelen moeten treffen. Maar toch is er volgens haar nog wel veel te winnen op lokaal niveau.  

 

Marjan Olfers

Ik denk wel dat er steeds meer bij bestuurders de bewustwording is dat seksuele intimidatie een probleem kan vormen binnen je club. We moeten ook constateren dat bestuurders zich daar heel ongemakkelijk bij voelen. Hoe krijg je dat dus beter? Ten eerste om het op de agenda te zetten van bestuurders. Maak het bespreekbaar. Klinkt heel erg klein, maar het helpt enorm. Want als je eenmaal leert erover te praten, zit het ook natuurlijk in die bewustwordingssfeer. En het andere is: het goed ondersteunen van bestuurders. En daar moeten we ze veel meer aan de hand nemen. Omdat we wel moeten zijn: de meeste bestuurders hebben dit nog nooit aan de hand gehad. En je zal maar zo'n zaak krijgen. Dat is toch wat anders dan of er wel of geen leuke trainingspakjes voor de A1 moeten komen. 

 

Voice-over

Terug naar de volleybalclub in Drenthe. We vragen bestuurslid Manon of haar club, na al die jaren, nog steeds alert is op seksueel grensoverschrijdend gedrag.   

                                                                                                 

Manon

Nou, op het moment eigenlijk niet. Het is wel iets wat we in ons achterhoofd houden, maar wat eigenlijk ook wel een soort van professionele begeleiding nodig heeft, mocht je daar mee iets mee willen. Dus nee, op het moment is het eigenlijk op een laag pitje. 

 

Voice-over

Ook oud-bestuurslid Rianne ziet dat er steeds minder aandacht voor is binnen de club.

                                                                                                                         

Rianne

In het begin wordt daar heel goed mee omgegaan. Dan krijg je ook allemaal protocollen en boekjes van de bond. En ik - samen met nog iemand anders - ben naar een vertrouwenspersooncursus gegaan. Dat zet je dan ook op in de vereniging, want je wil gewoon zoiets niet nog een keer meemaken. Daar wordt heel veel aandacht aan besteed. En ook als er een nieuwe trainer komt, dan wordt er een verklaring van goed gedrag gevraagd en alles. Maar je merkt nu dat het langzaam wel weer wat wegzakt. Dat vind ik persoonlijk wel heel erg jammer. 

 

Interviewer

En dat is omdat het nu minder in het achterhoofd zit? 

 

Rianne

Dat ook. De mensen die er toen nog waren, daar zijn er niet zo heel veel meer van bij de vereniging. Maar ook: de vereniging is een stuk kleiner weer geworden, dus dan heb je met minder mensen te maken, minder trainers van buitenaf. Dus het zijn allemaal: ons kent ons, zeg maar. En dat was toen ook. Hij was al heel lang bij de vereniging. Het was echt ons-kent-ons.

                                                                         

Voice-over

Zelfs bij de volleybalclub waar ze er ooit in rep en roer waren, zakt de aandacht in de loop van de tijd toch weg. Daar ziet Rianne een taak voor de volleybalbond.                  

                                                                                                                                     

Rianne

Natuurlijk kan een vereniging dat ook in beleid opnemen en daar iets vast van maken. Dat zou ik alleen maar toejuichen hoor, als dat in een vereniging gebeurt. Maar als een bond dat doet, dan wordt het veel breder gedragen. En dan wordt het zo'n rode leidraad door de hele sportwereld. 

 

Interviewer

Dus de bond zou in dit geval meer kunnen doen om seksueel grensoverschrijdend gedrag als gespreksonderwerp te maken en iets aan de preventie te doen? 

 

Rianne

Ja, dat denk ik wel. Er moet niet alleen een foldertje binnen komen wanneer het zo ver is, maar laat het maar vele malen vaker op de agenda staan. Van de bond, en dat het dan uitgedragen wordt naar de verenigingen.   

 

Voice-over

Hoogleraar Marjan Olfers:

 

Marjan Olfers

Er gebeurt al ontzettend veel. Dat moeten we echt niet vergeten. Waar we mee begonnen zijn: Vertrouwenspunt Sport, melden makkelijker maken, iedere sportbond heeft dezelfde regels, hanteert dezelfde regels, er is een blauwdruk gemaakt, er zijn allerlei handboeken in omloop, er is een verklaring onderwerping tuchtrecht, gratis VOG-verklaringen. Dus ga er maar aan staan, om dat allemaal in de sport - een vrijwilligersorganisatie - voor elkaar te krijgen. En nu is het: hoe gaan we het goed laten beklijven bij die club? Hoe zorgen we ervoor dat ook die clubbestuurders worden ontzorgd op het moment dat ze zo'n zaak hebben. En dat de dader wordt bestraft en het slachtoffer veilig is waar het gaat om melden.    

Jeroen

Later ga je er pas over nadenken en ga je je dingen beseffen van: dit klopt niet.  

                                                                                     

Voice-over

Jeroen, die als minderjarige werd misbruikt door zijn voetbaltrainer.

                                                                                                                                     

Jeroen

Ja, ik heb jarenlang ontkend. Toen bijvoorbeeld vrienden tegen mij zeiden, toen we bij elkaar zaten, toen ik nog een grote vriendengroep van voetbal had: “Hé, jij kwam toch ook wel eens bij die rare voetbaltrainer?” Zei ik altijd: “Nee joh, nooit geweest.” En in de kroeg kwam hij ook weleens ter sprake, door de oudere generatie. Want generaties kwamen daar al, bij die man. Heel lang al. Toen werd er ook weleens: “Hé, ken jij hem?” Had ik dan echt nog nooit van gehoord. Maar wat moet je zeggen? Je schiet in een soort ontkenningsfase. Daar schiet je in. Dat is schaamte, ja. Pure schaamte. Echt. Niks anders. Echt schaamte gewoon. Ja, ik weet niet.

Dat weegt heel zwaar.                                                                                     

 

Voice-over

Jeroen is nu halverwege de 30. Enkele jaren geleden durfde hij pas voor het eerst zijn verhaal te vertellen. We leggen dit voor aan Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht. 

 

Marjan Olfers

Ja, dat is iets wat ik veel vaker hoor.Daarom is ook in de sport nu zo dat we de verjaringstermijn voor zeer ernstige feiten er helemaal uit hebben gehaald. En de oorsprong ligt erin dat we dus zien dat inderdaad heel vaak mensen pas als ze hoog en breed volwassen zijn hun verhaal gaan doen.      

 

Voice-over

Marjan Olfers maakt ook de vergelijking met het misbruikschandaal in de katholieke kerk: ook daar kwamen slachtoffers pas na jaren later met hun verhaal naar buiten. Waarom durven veel slachtoffers van misbruik dat niet eerder?

 

Marjan Olfers

Het is heel moeilijk. Ten eerste gaat het natuurlijk om seksuele intimidatie en we weten allemaal dat een heleboel mensen niet heel graag over seks spreken. En bovendien gaat het op een sportclub in eerste instantie natuurlijk altijd over de sport en sportprestaties. Dan gaat het ook nog vaak over macht en afhankelijkheid. Je bent afhankelijk van je trainer-coach, dus de drempel om tegen hem iets te zeggen - meestal is het een hem - is gewoon hoog. En wat we ook zien is dat soms mensen jaren later, soms tientallen, soms echt nog vele jaren later, pas weer over die zaak beginnen. En dan toch weer gaan wroeten en dan pas naar voren komen over wat er toen - soms misschien wel dertig jaar geleden - heeft gespeeld.  

             

Voice-over

De zaak van Jeroen is destijds niet gemeld bij de club. Want hij durfde dat niet. Later is de voetbalvereniging wel ingelicht maar toen was de trainer al weer actief bij een andere club. Toen ook die vereniging werd ingelicht besloot men daar de trainer te verbieden nog langer met de jeugd te werken.  

 

De zaak van Jeroen is intern afgehandeld en is daarom nooit een officiële melding bij de voetbalbond en de koepel NOC*NSF geweest. Het gebeurt heel vaak dat meldingen te laat komen, of helemaal niet, zegt deskundige sportveiligheid Nicolette Schipper van Veldhoven.

                                                                                                                         

Nicolette Schipper van Veldhoven

We hebben vroeger ook het meldpunt van seksuele intimidatie, wat bij NOC*NSF is, geanalyseerd. En daar konden we wel heel duidelijk zien: de meldingen die binnen komen bij een hulplijn, dat is echt topje van de ijsberg.      

             

Voice-over

Als een incident gemeld wordt, kan het ook een tuchtzaak worden. En het slachtoffer kan ook naar de strafrechter stappen. Het tuchtrecht, een eigen rechtspraak van de sportbonden, is  wat breder dan het strafrecht. Zo kan het voor de tuchtrechter al strafbaar zijn als een trainer de kleedkamer van minderjarigen binnen komt, wanneer dat als ongewenst wordt ervaren. 

                                                                                                 

Marjan Olfers

In relatie tot het aantal meldingen moeten we constateren - tot op de dag van vandaag - dat het aantal tuchtzaken enorm achter blijft.                               

 

Interviewer Hoe ernstig is dat? 

 

Marjan Olfers

Dat is toch wel heel ernstig, vanuit een maatschappelijk belang. Hoe begrijpelijk het is dat mensen zo'n zaak niet doorzetten, is het voor het maatschappelijk belang verschrikkelijk belangrijk dat die zaken wel doorgezet worden. En het is het eerste natuurlijk omdat je wil, bijvoorbeeld, dat die mensen op de registratielijst ontuchtplegers komen. En dat kan alleen maar naar aanleiding van een tuchtzaak. 

 

Voice-over

De meeste meldingen worden dus geen tuchtzaak. Deze week werden de nieuwste cijfers bekend. Daaruit bleek dat in 2015 bij de sportbonden 41 meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn binnen gekomen. En slechts drie daarvan zijn een officiële tuchtzaak geworden. Dat is nog geen 10%. Vergelijkbare percentages waren de jaren daarvoor ook al te zien. Die cijfers komen van een commissie die elk jaar het tuchtrecht onderzoekt.

Hoogleraar sport en recht Marjan Olfers was drie jaar geleden voorzitter van die commissie.

                                                                                                             

Marjan Olfers

Dat er dus een heleboel meldingen geen tuchtzaak worden, is omdat de drempel zo groot is voor slachtoffers. Als ze eenmaal zich hebben uitgesproken en gemeld hebben, vinden ze het eigenlijk wel voldoende. Want dan stopt het, hopen ze, als het hun eigen persoon aangaat. Maar meer hoeft dan ook niet. Ze hebben dan niet nog een keer zin om gehoord en verhoord te worden. Ze hebben geen zin in confrontaties met de dader. Ze willen eigenlijk wat ze is overkomen zo snel mogelijk ook weer vergeten en over naar de dagelijkse gang van zaken. Het wegstoppen, terwijl zo’n tuchtzaak toch een bepaalde tijd in beslag neemt. Elke keer word je er weer aan herinnerd. Dus wat je ziet is: de meldingsbereidheid is er. Vooral: “Het moet mij stoppen en wellicht ook stoppen bij alle anderen. Ik wil niet dat het iemand anders gebeurt, maar nu is het aan jullie om daar verder dan mee om te gaan. Maar laat mij verder met rust.”  En dat is begrijpelijk, maar vanuit een maatschappelijk belang heel erg triest omdat daardoor zo weinig gesanctioneerd wordt en zo weinig mensen op die lijst ontuchtplegers komen. 

             

Voice-over

Sportkoepel NOC*NSF vindt het lage aantal tuchtzaken ook een probleem. Het is nu een speerpunt van hun beleid om van meer meldingen ook een tuchtzaak te maken. Erik Lenselink:

                                                                                                                                     

Erik Lenselink

Wat het allerbelangrijkste is, is dat wij helpen om ervoor te zorgen dat de melding die ook daadwerkelijk in aanmerking komt voor het tuchtrecht ook daadwerkelijk in het tuchtrecht komt. Dat doen we door erover te communiceren. Dat we zeggen dat het echt heel erg belangrijk is - misschien niet voor jezelf of voor je eigen club, maar ook voor andere clubs - om dat wel echt door te zetten. En het tweede is dat we gaan helpen door het instellen van een onderzoekscommissie en door het instellen van een poule van aanklagers bij het Instituut Sportrechtspraak. Daardoor komen er mensen met expertise die gaan helpen. En het wordt onafhankelijker. Dus als je een bepaald belang daarin hebt, dan verdwijnt het eigenlijk. Want dat zijn mensen die echt onafhankelijk die rol kunnen spelen. En daarmee hopen we dat het aantal meldingen wat eigenlijk tot tuchtrecht zou moeten leiden, maar op dit moment niet doet, gaat toenemen in de komende jaren.  

 

Voice-over

Binnenkort starten dus speciale aanklagers sport die slachtoffers kunnen helpen de stap naar het tuchtrecht te zetten. Daarnaast komt er een onafhankelijke commissie die onderzoek kan doen en advies kan geven om te bepalen of de melding kans van slagen heeft als tuchtzaak. 

                                                                                     

Marjan Olfers

Al die maatregelen, dat zijn allemaal puzzelstukjes in het geheel: de professionalisering van tuchtrecht en de invoering van aanklagers. Op al die stukjes wordt gewoon geschakeld. Maar er blijft gewoon nog een belangrijk probleem. En dat is dat de drempel voor slachtoffers om iets te melden altijd, denk ik, best wel hoog zal zijn.    

                                     

Jeroen

En als je daar niet meer komt duurt het nog veel langer want je blijft het maar weg stoppen. Het kwam wel naar boven hoor een aantal keer, maar nogmaals je blijft het weg stoppen. En dan komt er een punt... Daar is geen leeftijd voor trouwens. Dat kan bij de ene tien jaar zijn of bij sommigen vijftig jaar zijn of bij anderen weer nooit. Maar bij mij kwam het wel op een gegeven moment naar boven. Ik was toen net dertig. Waarom toen? Omdat ik er toch wel tegen vocht. Ik werd er ‘s nachts wakker van. En ik hem tegen kwam en hem geconfronteerd heb eigenlijk.

Hij was eigenlijk de eerste bij wie ik het naar buiten bracht. Ik heb hem geconfronteerd.

                                                                                     

Voice-over

Even samenvatten. Sportclubs zijn niet erg geneigd om seksueel misbruik veel aandacht te geven. Als er dan een incident is wordt het vaak niet gemeld. En als het wel gemeld wordt, komt het bijna nooit tot een tuchtzaak. 

 

En dan is er nog een probleem. Dat heeft te maken met het register ontuchtplegers, ook wel de ‘zwarte lijst’ genoemd. Als iemand veroordeeld wordt via het tuchtrecht komt diegene in dat register te staan. Hoogleraar Marjan Olfers:      

                                                                                                             

Marjan Olfers

Iemand komt daar op te staan na een tuchtrechtelijke veroordeling. Dus niet na een strafrechtelijke veroordeling. En bijvoorbeeld als ie voor een bepaalde periode is geschorst. En dan komt ie op zo’n lijst te staan. Maar dat betekent ook dat als die schorsingstermijn over is, dat ie er ook weer af gaat.       

 

Interviewer

Op dit moment staat er een iemand op die lijst. Wat betekent dat? 

 

Marjan Olfers

Dat dat natuurlijk heel weinig is. Maar we weten zeker dat er meer mensen zijn die er wellicht wel een plekje op verdienen. 

 

Interviewer

En waarom staan die er niet op dan? 

 

Marjan Olfers

Omdat bijvoorbeeld de sanctie in verhouding zeg maar licht is, dus de schorsingstermijn gewoon over is. Maar ook omdat de mensen die strafrechtelijk veroordeeld zijn niet automatisch op die lijst terecht komen. En dat zou mij wel een lief goed zijn. 

 

Interviewer

Want? Waarom komen die er niet op te staan? 

 

Marjan Olfers

Zoals ik het begrijp, is met het Centraal Bureau Persoonsgegevens afgesproken dat die registratielijst - die de sport dus bij houdt - een registratielijst is voor de sport en door de sport. En dus iedereen die na een tuchtrechtelijke veroordeling ook helemaal definitief is gesanctioneerd op die lijst kan komen. Terwijl ik me best kan voorstellen dat je er ook iemand op zet die volgens het strafrecht zich schuldig heeft gemaakt aan dergelijke delicten. Maar ja, de sport moet dan wel weten dat die strafzaak heeft gespeeld. En dan vervolgens een tuchtzaak starten. En dan kan iemand pas op die lijst. Ja, heel efficiënt is dat niet.  

                                     

Voice-over

Sportkoepel NOC*NSF riep vorig jaar justitie nog op sportverenigingen op de hoogte te stellen zodra een jeugdtrainer veroordeeld is voor een zedendelict. Dat was naar aanleiding van de ontuchtzaak bij de Wassenaarse hockeyclub, waar Luigi C. in de kleedkamers filmde. In 2008 werd hij – buiten de sportclub om – veroordeeld voor potloodventen, maar de Wassenaarse hockeyvereniging, waar hij toen al actief was, is daar nooit van op de hoogte gebracht. Marjan

Olfers:                                      

 

Marjan Olfers

Heel erg lastig. Want eigenlijk wil je alles weten. En je wil het allemaal ook nog centraal in een systeem hebben. En met een druk op de knop dat alles naar boven komt van iemand. Het liefst zou je willen dat als je weet dat het gaat om een trainer-coach, dat je als sport ook weet dat het gaat om grensoverschrijdend gedrag op seksueel gebied. En dat je dat ergens weet.

                                                                         

Voice-over

Olfers doet op dit moment onderzoek naar de vraag hoe politie, justitie en de sportwereld makkelijker informatie over daders kunnen uitwisselen. Dit voorjaar hopen ze tot afspraken te komen.        

 

De bedoeling van de zwarte lijst is dat sportclubs kunnen kijken of hun nieuwe coach erop staat. Maar dat gebeurt nauwelijks. Uit een rapportage die deze week verscheen, blijkt dat in het half jaar tussen juli 2015 en januari 2016 slechts zes keer de zwarte lijst is geraadpleegd. Wat vindt Erik Lenselink van NOC*NSF daarvan? 

 

Erik Lenselink

Dat gebeurt nog veel te weinig. Daar ben ik het helemaal mee eens. En dat heeft te maken ook zeker ook met bekendheid. En ook wel aan onze kant dat wij daar niet enorm veel bekendheid aan geven, juist omdat we ook weten hoeveel erop staan. En dat is eigenlijk niet goed. Dat snap ik ook wel. Dat is natuurlijk ook wel een gevolg daarvan. En dat is iets is wat in de komende vijf tot tien jaar ook heel erg moet gaan groeien.

                                                                         

GELUID TRAINING 

 

Voice-over

Wat hebben ze bij de volleybalvereniging in Drenthe geleerd van het misbruik dat daar heeft plaatsgevonden?                                                                                      

 

Manon

Ik denk, als je zoiets meemaakt, dat je natuurlijk meer op je hoede bent ook. Maar ook: let op elkaar. Wees ook op je hoede. Want iedereen denkt: dat gebeurt bij een andere vereniging. Maar ja, eigenlijk gebeurt het dus overal. En daar word je je door zo'n zaak heel snel van bewust. Maar ook dat je denkt: als we iets meer hadden opgelet, hadden we meer contact met ouders gehad, waren we er dan misschien wel eerder achter gekomen? Ik denk dat dat eigenlijk het belangrijkste is en ook het moeilijkste. Want ja, wat is verdacht en wat is niet verdacht? En wat is wel of niet iets waar je mee naar het bestuur stapt? 

 

EINDTUNE

 

Jeroen

Ik neem mensen kwalijk als ze echt iets wisten en niks gedaan hebben. Dan zou ik zeggen: dan moet je je doodschamen. Echt waar. Als je iets geweten hebt of echt niks gedaan hebt en langs de kant hebt staan kijken. En denkt: “Joh ik kom er niet of mijn kinderen komen er niet. Ik denk: de groeten.” Ja, dan moet je je wel echt schamen. Echt waar.  

                                                                         

Interviewer

En wat is voor jou de reden geweest om met mij hierover te praten? 

 

Jeroen

Omdat ik misschien toch eventueel met mijn verhaal anderen toch ook een beetje kan helpen. Al help je één of twee personen die misschien ooit dit verhaal horen en denken: “Of kom er mee naar buiten of ik ga ook hulp zoeken.” Dan is het het al waard.  Echt waar. 

 

AFKONDIGING

 

Presentator (Max van Weezel)

Op 21 november – over iets meer dan een week dus – praat de Tweede Kamer over het programma Veilig Sportklimaat en de aanpak van seksueel misbruik in de sportwereld.

 

U kunt op de reportage reageren via argos@vpro.nl. U kunt ook contact opnemen met het Vertrouwenspunt Sport. De gegevens daarover vindt u op onze site: www.argos.vpro.nl  

 

U hoorde een reportage van Meike van Roosmalen en Kees van den Bosch. Teksten van Jeroen werden gelezen door Tom Klaassen. De techniek was van Alfred Koster. En verder werkten mee: Tijl van Huijkelom en Kasper Deibel.


-- EINDE UITZENDING --