Fotorolletje Srebrenica (deel 4)

transcriptie

Argos NPO radio1
11 december 1998

Een reportage van Stefan Heijdendael, Yvonne Scholten, Huub Jaspers, Erik Hogenboom, Kees van den Bosch, Martin Hulshof, Rien Otterspeer en Gerard Legebeke
 

*** START TRANSCRIPTIE***

 
[Begintune]
 
Kopfragment 1 – NOS-radionieuws
De Tweede Kamer moet een parlementair onderzoek instellen naar de gang van zaken rond de val van de moslim-enclave Srebrenica. De commissie die heeft onderzocht hoe de Kamer over Srebrenica is geïnformeerd vind het zwaardere middel van een parlementaire enquête niet nodig.
 
Kopfragment 2 – Snoep AFMP
Als de Kamercommissie zou besluiten om inderdaad geen parlementaire enquête te adviseren, dan zou ik een hele diepe zucht slaken van ellende en vervolgens constateren dat we in dit land toch een regentenmentaliteit hebben.
 
Kopfragment 3- Stemerdink
Ja, dan moet je zeggen dit vind ik buitengewoon jammer en betreurenswaardig en dat soort termen als je het netjes wil uitdrukken. Maar ik vind dit eerlijk gezegd toch een beetje een schande dat het parlement dit niet oppikt.
 
Argos:
“Een schande als er geen parlementaire enquête naar Srebrenica komt”, zei oud-PvdA-minister van Defensie Stemerdink eerder deze week. Maar die enquête komt er niet. De werkgroep uit de Tweede Kamer die dat onderzoekt maakt aanstaande dinsdag pas officieel haar conclusies bekend. Maar nu al is uitgelekt dat er zeker geen volwaardige parlementaire enquête komt naar de val van Srebrenica in 1995 en de nasleep ervan. Hoogstens een parlementair onderzoek. Getuigen zullen dus niet onder ede worden gehoord, toch is daar alle rede toe. Bijvoorbeeld in de kwestie van het mislukte fotorolletje. Nieuwe informatie in een uitzending van Argos, juist over dat fotorolletje, was afgelopen zomer het begin van alle hernieuwde commotie over Srebrenica en Dutchbat. Maar het teloorgaan van het fotorolletje
 
bij het ontwikkelen in een fotolab van de marine-inlichtingendienst is - nog steeds - allesbehalve goed onderzocht. Ondanks de conclusies van het rapport-Van Kemenade, die in oktober het tegendeel beweerde.
 
Kopfragment- Van Kemenade
Ik begrijp het dat dit is anders, maar vergeet dat fotorolletje dat is absolute onzin.
 
[muziek]
 
Argos:
Argos komt vandaag met nieuwe munitie voor de werkgroep uit de Tweede Kamer om toch een verdergaand parlementair onderzoek voor te stellen. We lopen nauwgezet na hoe in 1995 het mislukken van het rolletje is onderzocht en komen tot verassende, nieuwe bevindingen.
 
Kopfragment- Hans Vree
Vraag: D’r staat gewoon beelden op die foto, op dat rolletje?
Ja. Ja.
En dit is een precieze reconstructie van wat er gebeurt is?
Een reconstructie van wat er in het proces-verbaal staat.
Dus, dat klopt dus niet. Maar dit is toch wonderbaarlijk, hier zit gewoon, hier staat. We hebben nu voortdurend met de grootste precisie dat
hele -proces-verbaal- gevolgd. En we krijgen dus gewoon film met beeld.
 
Argos:
Opnieuw in Argos het mislukken van het fotorolletje uit Srebrenica. Waarom is er nooit een goede reconstructie gemaakt? Waarom moest
het onderzoek beperkt blijven? En waarom heeft het Openbaar Ministerie de hernieuwde publiciteit niet aangegrepen om de zaak alsnog
goed te onderzoeken?
 
Van Kemenade:
Er zijn geen aanwijzingen in dit onderzoek dat door Defensie, of door anderen, doelbewust informatie is achtergehouden of weggewerkt
met andere woorden er is naar mijn overtuiging op grond van dit onderzoek geen sprake van een doofpot.
 
Argos:

De Noord-Hollandse Commissaris van de Koningin Van Kemenade afgelopen oktober. Hij onderzocht in opdracht van minister De Grave van Defensie of
door mensen binnen het Defensie-apparaat informatie is achtergehouden over de val van Srebrenica. Geen doofpot dus volgens hem. Het onderzoek-Van Kemenade was een
slimme zet van het ministerie van Defensie, door zijn conclusies begonnen de politieke meningen op te schuiven. Leek er in augustus nog een Kamermeerderheid vóór een
parlementaire enquête te zijn, nu is die meerderheid verdwenen. De kwestie van het fotorolletje was voor Van Kemenade al helemaal een afgedane zaak.

 
Van Kemenade:
Wat de fotorolletjes betreft, overigens die zaak is in 26 juni 1995 al onderzocht en later in 1997 nog een keer.
 
Argos:
Die kwestie van het fotorolletje is in 1995 al uitgezocht. En later nog een keer in 1997, aldus Van Kemenade. Er is toen onderzoek gedaan, maar hoe nauwkeurig is dat
gebeurd? Voor het speciale team van de marechaussee dat de zaak in 1995 onderzocht, het zogenaamde ‘Kodak-team’, was het glashelder: het was een menselijke fout van de
laborant.
 
Fragment- Kodak-team
Naar aanleiding van het tactisch rechercheonderzoek en de uitslag van het technisch onderzoek en de gerechtelijk laboratorium kan met een aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid gesteld worden dat met betrekking tot het bewuste fotorolletje geen opzettelijke handelingen zijn verricht welke zouden leiden tot het mislukken van het
ontwikkelen van het fotorolletje.
 
[muziek]
 
Argos:
Argos onthulde afgelopen juli dat er ook een ander verhaal bestaat over de teloorgang van het fotorolletje. Het verhaal van Dutchbatter luitenant Rutten, die de foto’s in
Srebrenica heeft gemaakt. Foto’s, waarop lijken te zien zijn van moslims die hoogstwaarschijnlijk door Servische militairen zijn vermoord. Na terugkomst geeft hij zijn rolletje
mee aan majoor De Ruyter van de militaire inlichtingendienst, die laat de film naar het fotolaboratorium van de inlichtingendienst van de marine brengen. De volgende dag
wordt luitenant Rutten teruggebeld door de MID. En tijdens dat telefoongesprek krijgt Rutten sterk de indruk dat de MID heeft gezien wat er op de foto’s staat;
dat kan alleen maar als het rolletje wel ontwikkeld is geweest. Maar vervolgens krijgt de luitenant van diezelfde MID te horen dat het rolletje bij het ontwikkelen verloren is
gegaan. Argos onthulde in juli ook dat, behalve de foto’s van de lijken, er ook foto’s op het rolletje stonden waarop viel te zien hoe Dutchbatters meehielpen bij het wegvoeren
van de Moslimbevolking door de Serviërs.
 
[muziek]
 
Nadat Van Kemenade in oktober zijn rapport had uitgebracht, bekeken wij de processen verbaal uit 1995 nog eens extra nauwkeurig.
 
[muziek]
 
Uit proces-verbaal nummer 11-1995, de dato 31 juli 1995, proces-verbaal inzake vernietiging van een fotorolletje:
           
Fragment- Kodak-team (proces-verbaal 11-1995, 31 juli, 1995)
De fotosectie verwerkt veel foto’s uit onze organisatie, diensten van de Koninklijke Marine. Het ontwikkelen van fotofilms wordt zelf gedaan,
evenals het afdrukken van foto’s. Op jaarbasis worden ongeveer 200.000 foto’s door de twee heren in de doka afgedrukt. Onze
fotosectie adviseert bij de aanschaf van nieuwe foto- en audioapparatuur, geeft briefing aan de gebruikers en adviseurs op het gebied van
fotografie. De fotosectie beschikt over professionele ontwikkelingsapparatuur voor kleurenfotografie, om die reden wordt er door
onze zusterdienst, de militaire inlichtingendienst Koninklijke Landmacht, veelvuldig een beroep gedaan op onze fotosectie om fotorolletjes
bij ons te laten ontwikkelen. Nooit eerder is bij de fotosectie dit probleem bij het ontwikkelen ontstaan.
 
Argos:
Een functionaris van de staf van de Koninklijke Marine, die uitleg geeft over het fotolaboratorium van de militaire inlichtingendienst van de
marine. Het is 26 juli 1995, bijna 8 uur nadat in datzelfde foto-lab het fotorolletje van luitenant Rutten is verknoeid. De man wordt
verhoord door twee rechercheurs van de marechaussee, ze zijn lid van het zogenaamde kodak-team, dat eerder die dag is ingesteld, een
paar uur nadat het rolletje is verknald. Vier uur later verklaart de adjudant die bij de militaire inlichtingendienst van de Koninklijke
Landmacht verantwoordelijk is voor de fotografie tegenover de twee rechercheurs van de marechaussee:
 
Fragment- Verklaring Adjudant MID
Op dinsdag 25 juli 1995 ’s morgens kreeg ik bericht van majoor De Ruyter, ook werkzaam bij de militaire inlichtingendienst van de
Koninklijke Landmacht dat er een fotorolletje onderweg was om te worden ontwikkeld. Hij vertelde mij dat op dat rolletje opnamen moeten
staan van voormalig Joegoslavië. Van De Ruyter hoorde ik dat de bevelhebber landstrijdkrachten generaal Couzy erin gekend was omdat
het ging om een fotorolletje afkomstig van derden, namelijk een van Dutchbat teruggekeerde militair. Op dinsdag 25 juli 1995, omstreeks
12 uur, heb ik contact opgenomen met de heer Schmul, dat is de fotograaf die bij de militaire inlichtingendienst van de marine werkt. Ik
heb hem ingelicht over de komst van dat fotorolletje waarbij ik hem ook heb gezegd dat daarop opnames staan uit Joegoslavië. Ik heb
op tijd gebeld om Schmul de gelegenheid te geven apparatuur en ontwikkelvloeistof op tijd in orde te hebben. Ik heb later, voor het einde
van de werkdag, nog een keer contact gezocht met de heer Schmul om door te geven dat ik de volgende dag, op woensdag 26 juli 1995
om in verband met het fotorolletje alleen contact gehad met de heer Schmul.
 
Argos:
Volgens deze adjudant van de militaire inlichtingendienst van de Landmacht heeft hij dus daags tevoren al aan het fotolab van de Marine
doorgegeven dat er een speciale fotofilm op komst is waar haast bij is. Zeker geen routine klus zoals in de bijlage van het rapport van Van
Kemenade verschillende keren wordt gesuggereerd. Ook maakt de adjudant er expliciet melding van dat het opnamen uit Joegoslavië
betreft. Maar twee dagen later, op 28 juli, als hij opnieuw wordt verhoord, neemt hij zijn verhaal terug.
 
Fragment- Verklaring Adjudant MID
Ik heb zeker tegen de heer Schmul gezegd dat er spoed was met het ontwikkelen van dat filmrolletje. Ik kan nu niet met zekerheid
verklaren dat ik tijdens het telefoongesprek met de heer Schmul op 25 juli 1995 over Joegoslavië heb gesproken of iets over de herkomst
van dat filmrolletje heb gezegd. Het is dus goed mogelijk dat de heer Schmul voorafgaand aan het ontwikkelingsproces van deze filmrol,
niet op de hoogte was van de opname die daarop moest staan. Toen ik van De Ruyter het verzoek kreeg de filmrol te laten ontwikkelen,
dat was op 25 juli 1995 zijnde de dag voorafgaand aan de dag dat het ontwikkelen van het filmrolletje mislukte, wist ik dat het ging om
een filmrol met belangrijk beeldmateriaal. Ik wist ook dat de bevelhebber landstrijdkrachten daarin gekend was en dat de foto’s waren
gemaakt door een militair van Dutchbat in Srebrenica.
 
Argos:
Dus toch geen speciale vermelding dat het rolletje uit Joegoslavië kwam. Althans, daar heeft hij geen zekerheid meer over. De adjudant
lijkt aan serieuze geheugenstoornissen te lijden, terwijl het toch om feiten gaat die zich pas een dag eerder hebben afgespeeld. Het zal
ongetwijfeld samenhangen met de verklaringen van de twee laboranten van het fotolab van de Marine die op dit punt eensluidend zijn. Zo
verklaard één van de twee, de heer Schmul, op 26 juli in de namiddag, tegen de marechaussee:
 
Fragment- Verklaring Schmull
Ik was op 25 juli 1995 door de adjudant van de militaire inlichtingendienst Koninklijke Landmacht op de hoogte gebracht dat hij op 26 juli
1995 omstreeks acht uur op mijn bureau aanwezig zou zijn voor het laten ontwikkelen van een film. Verdere bijzonderheden heeft de
adjudant, op dat moment, niet gegeven. Ik wist dus niet welke film het betrof. Met collega Van Boetzelaer was afgesproken dat hij de film
zou ontwikkelen en daartoe te acht uur op 26 juli 1995 aanwezig zou zijn.
 
Argos:
En collega Van Boetzelaer van het fotolab verteld:
 
Fragment- Verklaring Van Boetzelaer
Op 25 juli 1995 in de middag, verscheen de adjudant van de militaire inlichtingendienst Koninklijke Landmacht op het bureau van onze
fotosectie bij de marine en vroeg of het mogelijk was dat iemand van de fotosectie op 26 juli 1995 omstreeks acht uur aanwezig kon
zijn voor het ontwikkelen van een film. Hij heeft daarbij niet gezegd welke film het betrof. Ik bood aan om op 26 juli 1995 omstreeks acht
uur aanwezig te zijn. Ik geef er namelijk de voorkeur aan om wat vroeg te beginnen. Bovendien is het gebruikelijk dat mijn collega pas
tegen 8:30 op de sectie aanvangt met zijn werkzaamheden. Op 26 juli 1995 te 7:45 was ik in onze doka aanwezig alvorens een film kan
worden ontwikkeld dient een aantal voorbereidingshandelingen te worden verricht.
 
Argos:
Maar ook met de verklaring van deze laborant is iets vreemds aan de hand. Want hij beweert dat de adjudant van de inlichtingendienst van
de landmacht de vorige dag in hoogsteigen persoon naar het marine fotolab is gekomen om de komst van het rolletje aan te kondigen. De
adjudant had dat in zijn eigen verklaring niet gezegd en, nogmaals, het gaat om een gebeurtenis van pas een dag eerder. Bij de adjudant
heeft dat helemaal een raar effect op zijn geheugen. Want hij gaat vervolgens, tijdens zijn tweede verhoor, eraan twijfelen of hij nu wel
of niet in eigen persoon op die 25e juli naar het lab is gekomen om het rolletje aan te kondigen. Zeer waarschijnlijk niet. Maar misschien
dus toch wel.
 
Fragment- Verklaring Adjudant MID
Op 25 juli 1995 ben ik zeer waarschijnlijk niet in persoon bij de inlichtingendienst van de marine geweest.
 
Argos:
Maar ook het geheugen van laborant Van Boetzelaer van de marine laat hem opnieuw in de steek. Op 27 juli, een dag na zijn eerste
verhoor, verklaart hij tijdens zijn tweede verhoor:
 
Fragment- Verklaring Van Boetzelaer
Ik heb eerder verklaard dat adjudant 25 juli 1995 persoonlijk bij ons op de afdeling is geweest voor het maken van een afspraak voor het
ontwikkelen van een filmpje op woensdag 26 juli 1995. U zegt mij nu dat de adjudant heeft verklaard dat hij de afspraak telefonisch heeft
gemaakt. Ik weet zeker dat ik geen telefonisch contact met de adjudant heb gehad. Ik begin te twijfelen over het feit of hij hier inderdaad
op dinsdag 25 juli 1995 persoonlijk een afspraak heeft gemaakt. Ik kan dat nu niet meer met zekerheid zeggen. Ik wist op dinsdag middag
25 juli 1995 wel dat er op woensdag 26 juli omstreeks acht uur een fotorolletje zou komen van de militaire inlichtingendienst van de
Koninklijke Landmacht. Volgens mij heb ik het dan gehoord van mijn collega. Zoals gezegd kan ik mij de wijze waarop de afspraak is
gemaakt niet meer goed herinneren.
 
Argos:
Let wel, ook hier gaat het om een gebeurtenis van de dag daarvoor. Ook op een ander punt speelt zijn geheugen hem parten.
 
Fragment- Verklaring Van Boetzelaer
Ik heb eerder verklaard dat adjudant mij tevens verklaarde dat het filmpje beelden zou bevatten van martelingen, dat is dus niet waar. Ik
heb de conclusie zelf getrokken omdat de adjudant bevestigde dat het filmpje uit Joegoslavië was.
 
Argos:
De getuigenis van de tweede laborant van het marine fotolab levert nog weer een ander verrassend gegeven op.
 
Fragment- Verklaring Van Boetzelaer
Op 26 juli 1995 omstreeks 8:20 kwam ik op mijn bureau, aldaar was ook aanwezig de adjudant die hoofd is van de fotosectie van de
militaire inlichtingendienst Koninklijke Landmacht. Voors was aanwezig de personeelsfunctionaris die daar was in verband met het
treffen van voorbereidingen voor het maken van een video.
 
Argos:
Een personeelsfunctionaris bezig met een video. Er was dus op die ochtend dat het fotorolletje de mist in ging onverwachts nog een vierde
getuige op het fotolab naast de twee marine laboranten en de adjudant van de landmacht inlichtingendienst. Het vreemde is alleen dat
deze persoon in het proces-verbaal verder nergens genoemd wordt en blijkbaar ook nooit verhoord is. Het zou nog zo kunnen zijn dat die
vierde getuige wel gehoord is maar dat daar geen proces-verbaal van is opgemaakt. Maar navraag in kringen rond het onderzoeksteam uit
1995 leert ons dat die vierde man inderdaad nooit is gehoord door de marechaussee.
 
[muziek]
 
Argos:
En dan is er natuurlijk de fatale gebeurtenis, het verknoeien van het fotorolletje. Laborant Van Boetzelaer verteld tegen de marechaussee:
  
Fragment- Verklaring Van Boetzelaer
Samen met mijn collega ben ik naar de ontwikkelmachine gegaan. Hij constateerde eveneens dat het fout was gegaan. Ik rook toen een
sterke ammoniaklucht. Ik zag dat Schmul de voorraadcans van de ontwikkelaar en fixeer onderzocht. De inhoud van die voorraadcans
verspreidde een ongebruikelijke lucht. Ik heb de inhoud van die voorraadcans later, het zal 10 uur of 10:30 zijn geweest, geleegd in een
verzamelvat op de fotosectie bestemd voor chemisch afval. Omstreeks 11 uur verscheen onze chef in de bureauruimte en gaf opdracht
alles onaangeroerd te laten. Dat hebben we ook opgevolgd.
 
Argos:
“Dat hebben we ook opgevolgd.” Maar pas nadat de inhoud van de voorraadcans bij elkaar is gegooid. Daardoor is niet meer te achterhalen
of de ontwikkelaar uit de voorraadcan voor ontwikkelvloeistof inderdaad verontreinigd is met fixeer uit de voorraadcan voor fixeer, want
dat is de officiële verklaring voor het mislukken van het rolletje. ‘De laborant was in de war door de schrik’, wordt in de bijlage van het
rapport-Van Kemenade gezegd. Maar je zou het ook vernietiging van bewijsmateriaal kunnen noemen.
 
[muziek]
 
Argos:
Helemaal opmerkelijk is hoe de laborant in zijn eerste verhoor praat over de fout die hij waarschijnlijk heeft gemaakt en hoe in het tweede
verhoor. Eerst het eerste verhoor:
 
Fragment- Verklaring Van Boetzelaer
Op het moment dat ik uit voorraadcan nummer 1 het tankje nummer 1 van de ontwikkelmachine vulde, zag ik dat de ontwikkelaar een donkere kleur had, ik merk hierbij op dat een donkere kleur een normaal verschijnsel is bij oudere ontwikkelaar. Nadat ik echter tankje 1 in tweede instantie had bijgevuld met vloeistof die ik zoals verklaard abusievelijk in voorrraadkern nummer 3 had overgegoten zag ik dat de vloeistof in tankje 1 opmerkelijk licht van kleur was. Terugdenkend kom ik tot de conclusie dat het aannemelijk is dat daar iets fout is gegaan.
 
Argos:
In het tweede verhoor een dag later weet de laborant ineens gedetailleerd te vertellen waar en hoe hij tijdens de voorbereiding in de fout
ging, zich dat goed realiseerde, maar toch niet ingreep om vernietiging van het rolletje te voorkomen.
 
Fragment- Verklaring Van Boetzelaer
Op het moment dat ik het tankje nummer 1 van de ontwikkelaar had bijgevuld tot het gewenste niveau zag ik dat de vloeistof compleet transparant werd. Het zag eruit als schoon water. Dit verschijnsel had ik nog nooit eerder gezien, ik realiseerde mij wel dat er iets mis was, maar ondernam echter gen actie door de vloeistof te verwisselen. Er was dus iets heel vreemds aan de hand. Het is voor mij een raadsel waarom ik niet heb gereageerd door de vloeistof te verwisselen, maar in plaats hiervan het ontwikkelproces gewoon heb opgestart.
 
Argos:
Ook al had hij het precies in de gaten de laborant deed niets. Volgens het rapport van Van
Kemenade valt dat te verklaren door problemen in de privésfeer, maar die worden niet nader
omschreven. Ook wordt de vraag niet beantwoord of dat een ervaren fotolaborant zoals deze
man van de marine inlichtingendienst zo uit het lood kan slaan, als het allemaal waar is
natuurlijk. Het is heel goed mogelijk dat het echt een ongeluk is geweest, alleen bevat het
proces-verbaal teveel ongerijmdheden om er niet nader naar te kijken. Zeker voor een speciale
onderzoeker als Van Kemenade. Onderzoeker Van Kemenade was in oktober heel
uitgesproken over de kwestie van het fotorolletje.
 
Van Kemenade:
We hebben dus de processen-verbaal, de vertrouwelijke processen-verbaal, van die beide onderzoekingen uitvoerig bekeken. We hebben dus uiteraard de mensen gesproken die hierbij betrokken zijn geweest. Zowel de fotograaf, als de onderzoekers, als de officier van justitie. En daaruit blijkt inderdaad dat het inderdaad heel, heel treurig mislukt is. Overigens is het natuurlijk zo dat we dus exact weten wat er op dat fotorolletje moet hebben gestaan, dat is dus tegen de fotograaf verteld.
Vraag: Maar die betrokkenen, u zegt u heeft de onderzoekers gesproken en de fotograaf, maar heeft u ook bijvoorbeeld de laborant en de mensen van de militaire inlichtingendienst gesproken die bij dat ontwikkelen van dat rolletje betrokken waren?
Nee, dat hoefde niet want de laborant heeft uitvoerige verklaringen afgelegd in het eerste en het tweede onderzoek en de mensen van de militaire inlichtingendienst die betrokken waren bij het transport van het rolletje hebben in het tweede onderzoek uitvoerige verklaringen afgelegd. Beëdigde verklaringen bij de Koninklijke Marechaussee.
V: U vond die verklaringen zo overtuigend dat u het niet nodig vond om ze nog een keer opnieuw te horen?
Ja, te meer ook omdat de situatie dus vrij duidelijk was, hoe dat technisch mislukt is, vervolgens ook omdat het vrij duidelijk was dat we inmiddels weten wat er op het fotorolletje staat.           
V: Ja, ik heb die proces-verbaal ook gezien, maar ik vind toch dat er nog wel een aantal rare tegenstellingen in die processen-verbaal zitten.
Ja, dan moet u ze beschrijven. Als u het niet gelooft dat het niet mislukt is dan laat ik u
V: Nee, maar het gaat mij d’r om in hoeverre u het onderzocht heeft. U heeft eigenlijk gewoon de direct betrokkenen niet gehoord begrijp ik.
Jazeker wel.
V: Nee, alleen maar de onderzoekers en degene…
Ja, maar als de laborant een andere verklaring onder ede aflegt over hoe die precies omgegaan is met die kennis, met die voorraden…
V: Nou, dat weet ik niet, dat had misschien gelegen aan de manier waarop u met hem gesproken had. Nee, maar dus u verwachtte van tevoren eigenlijk al niet zoveel van als u met hem zou praten begrijp ik.
Ik had van tevoren lezende dus de beëdigde verklaringen geen behoefte om die beëdigde verklaringen overnieuw te doen.
 
Argos:
Rapporteur Van Kemenade vergist zich. De getuigen van de vernietiging van het fotorolletje in 1995 zijn niet onder ede verhoord. Het enige
wat er onder ede gebeurde was het zogeheten op afgelegde ambtseed opgemaakt proces-verbaal van de marechaussee. Onder ede kunnen
deze getuigen alleen gehoord worden in het geval van een parlementaire enquête. Maar die parlementaire enquête komt er niet. Rede voor
ons om de processen-verbaal die volgens Van Kemenade nader onderzoek overbodig maken, opnieuw te bestuderen. Daarvoor hebben we
eerst alle betrokkenen benaderd voor interviews, maar niemand wil.
 
[muziek]
 
Argos:
U luistert naar Radio 1 VPRO aan de Amstel, het programma Argos. Vandaag over het fotorolletje van Srebrenica en de parlementaire
enquête die er hoogstwaarschijnlijk niet komt. De processenverbaal uit 1995 eindigen met een analyse door het Gerechtelijk Laboratorium.
Daarin valt te lezen dat de ontwikkelaar waarin het rolletje is ontwikkeld voor 30 procent was vervuild met fixeer dan wel bleek. En dat is
inderdaad voor elke fotofilm fataal. Daarmee wordt het dossier afgesloten. Duidelijk dus: een menselijke fout, 30 procent fixeer in de
ontwikkelvloeistof. Maar valt die conclusie te rijmen met de verklaringen van de laborant die voor die fout verantwoordelijk wordt
gehouden? Hij heeft namelijk heel gedetailleerd beschreven hoe hij te werk is gegaan.
 
Reportage Doka van Hans Vree
Vraag: Zo nu gaat het licht uit hè? Ja pikdonker. Nu gaat u die film in die cassette spoelen?
Ja.
[Piepend geluid]
Het geluid wat je hoort is dus het inspoelen van het filmpje.
V: En dat spiraaltje?
Ja.
V: Je ziet geen hand voor ogen hè nu?
Nee
Het is helemaal donker.
Ja. Goed. Ik heb nu dus het Fuji filmpje in mijn handen.
V: En dit is ook een standaard procedé hè?
Ja.
V: Dit doet gewoon iedere laborant?
Ja, in wezen dagelijks.
V: Nu zit ‘ie in dat drummetje?
Ja. En ik kan gewoon dat licht weer aan doen.
 
Argos:
Verslaggever Stefan Heijdendael is op bezoek in de doka van Hans Vree in Den Haag. Vree werkte vroeger als internationaal persfotograaf en is nu specialist op het gebied van ontwikkelprocedé ’s. Fotograaf Vree maakt voor ons een reconstructie van wat er op de ochtend van 26 juli 1995 in het fotolab van de inlichtingendienst van de marine is gebeurd bij het ontwikkelen van het fotorolletje uit Srebrenica. Hij doet dat aan de hand van proces-verbaal nummer 11/1995. De laborant van de marine, die verantwoordelijk is voor het mislukken van het rolletje, vertelt in dat proces-verbaal gedetailleerd hoe hij te werk is gegaan. Vree doet hem nauwgezet na.
 
[muziek]
 
Uit: proces-verbaal nummer 11-1995, de dato 31 juli 1995, proces-verbaal van bevindingen inzake vernietiging van een fotorolletje:
 
Citaat - proces-verbaal nr. 11-1995)
Het ontwikkelen van een film geschied in de negatiefontwikkelmachine van het merk Mafina. Het procedé dat in werking wordt gesteld wordt aangeduid met C41. Ik heb eerst de machine aangezet, omdat het ongeveer een half uur duurt voordat de temperatuur van 38 graden Celsius is bereikt. Vervolgens heb ik de baden voor het ontwikkelen aangezet. ‘Aanzetten’ is in dit geval een vakterm waarmee wordt bedoel dat de verschillende vloeistoffen worden klaargemaakt.
 
Hans Vree:
Zoals ik het proces-verbaal heb gelezen bedoelt hij dus eigenlijk in eerste instantie wat ben ik nu aan het doen de chemie volgens de normale procedure klaargemaakt. Dat ben ik nu dus aan het doen. Ik ben dus de ontwikkelaar aan het aanmaken, dat bestaat uit drie baden, a, b en c.
V: Want in het proces-verbaal op die plek staat “het ontwikkelen een film geschied in een negatiefontwikkelmachine van het merk Mafina. Het procedé dat in werking wordt gesteld wordt aangeduid met C41”. Dit is een C41 machine?
Dit is een C41 ook wel flexicolor genoemd. Dat heb ik hier ook meegenomen, dat kan je zien zoals je ziet. Kodak flexicolor C41.
V: Maar verteld u eens even over die film, dat is een Fuji G100?
Dat is een Fuji G100 doorsnee film, niks bijzonders aan geen professionele. een film met een hele grote weerstand tegen alle klimatologische omstandigheden; warm, koud, vocht. Dus het is een gewoon een normale film, als je die een beetje zou mishandelen dan staat er wat op. Sowieso altijd randnummering, want dat wordt al in de fabriek aangebracht.
V: Die ontwikkelmachine waarover gesproken wordt, dat is een Mafina? Wat is dat voor machine?
Een drumprocessor, zoals je die, dit is dan wel een ander merk, dit is een Jobo, maar het principe blijft hetzelfde. Het gaat met een watermantel bad om de temperatuur te behouden. Of op temperatuur te brengen. Het hangt er maar vanaf hoe je begint. Met die elektronische waarover gesproken wordt. Die kan pas gaan ontwikkelen, dus je kan wel op drukken op start, maar die gaat pas starten op het moment dat de temperatuur van rond de 38 graden is bereikt. Precies eigenlijk 38, 3 graden - maar je weet, alles heeft een afwijking dus dat ook- wordt bereikt, dan gaat er in wezen gaat dat proces pas lopen. Heel het proces gaat geheel automatisch als je het juiste procesnummer invult, dan loopt ‘ie dat helemaal automatisch af en hij wisselt dus zijn baden automatisch.
V: Dit is dus een betrouwbare reconstructie van het apparaat wat daar gebruikt is?
Ja. En ik ga nu proberen aan de hand van het proces-verbaal na te gaan of het verhaal wat ‘ie daarin heeft staan, klopt. Dus in het proces-verbaal staat dat hij de chemie op de normale manier heeft aangemaakt. Dat ben ik nu aan het doen.
 
Argos:
Uit proces-verbaal nummer 11-1995:
 
Citaat - proces-verbaal nr. 11-1995
De ontwikkelmachine Mafina moet met drie verschillende vloeistoffen worden gevuld, te weten: ontwikkelaar, bleek en fixeer. Elke vloeistof wordt in het betreffende tankje gestort waarbij de ontwikkelaar in tankje 1, de bleek in tankje 2 en de fixeer in tankje 3 terecht dient te komen. Voor het vullen van de tankjes uit de ontwikkelmachine heb ik beschikking over voorraadcans die, indien volledig gevuld, 3,6 liter vloeistof van de genoemde soort bevatten. Ik heb de tankjes gevuld met de betreffende vloeistoffen uit de genoemde voorraadcans. De ontwikkelaar goot ik in tankje nummer 1, de bleek goot ik in tankje nummer 2 en de fixeer goot ik in tankje nummer 3. In die tankjes is een merkteken aangebracht. Het merkteken geeft de hoogte aan van het vloeistof niveau. Ik zag dat de tankjes 1 en 3 beneden peil stonden. Aangezien de voorraadcans voor 1 en 3 leeg waren diende ik de voorraadcans te vullen met vloeistoffen die door mij daartoe moesten worden aangemaakt. Voor het aanmaken van die vloeistoffen heb ik beschikking in speciaal daarvoor in de fotosectie aanwezige chemicaliën. Van die chemicaliën pakte ik de ontwikkelaar, bestaande uit een kartonnen doosje met daarin 3 flessen. Aangeduid als A, B, en C. Ik goot de betreffende flessen in de volgorde a, b en c in een, speciaal voor dat doel beschikbare, emmer die ik inmiddels- zoals voorgeschreven- had gevuld met anderhalve liter water. Vervolgens vulde ik de vloeistof met water aan tot ik een hoeveelheid van 3,6 liter had bereikt. Dat niveau wordt in de emmer met een merkteken aangegeven.
 
Hans Vree:
Ik ga dit helemaal reconstrueren. Ik heb dus hier fles 3, wat hij dan container 3 noemt en ik heb fles 3. Maar de inhoud is hetzelfde. Ik neem zo meteen de fles fixeer. Daar doe ik verse fixeer in, daarna gooi ik hem weer leeg en ik spoel hem om. Dan zal ik in die fles, van de fixeer, de aangemaakte verse ontwikkelaar gooien. Dan roep ik even ‘oh jee’, want ik heb een fout gemaakt. En ik doe hem dan in fles 1. Daarna gaan we gewoon het ontwikkelproces beginnen en dan gaan we kijken of er enige sporen van beeld te, terug te vinden zijn op de film.
 
Argos:
Uit: proces-verbaal nummer 11-1995:
 
Citaat - proces-verbaal nr. 11-1995
De substantie die ik op dat moment had aangemaakt diende ik in voorraadcan genummerd 1 te gieten. Ik had voorraadcan nummer 1 –zoals gebruikelijk- reeds met schoon water omgespoeld. Abusievelijk goot ik echter de aangemaakte vloeistof niet in voorraadcan nummer 1, doch in voorraadcan nummer 3. Voorraadcan nummer 3 is bestemd voor fixeer. Toen ik mijn vergissing bemerkte heb ik de inhoud van voorraadcan nummer 3, die op dat moment gevuld was met de ontwikkelaar overgegoten in voorraadcan nummer 1. Zoals verklaard had ik zowel voorraadcan nummer 1 als voorraadcan nummer 3 tevoren al volledig met water omgespoeld.
 
[geluid van water]
 
Hans Vree:
Nou, in deze fles zitten dus nu fixeerdruppels. Als ik hier direct ontwikkelaar in zou gooien zou dat een verontreiniging van de ontwikkelaar zijn. Maar in het proces-verbaal staat dat ‘ie ‘m heeft omgespoeld, dat ga ik nu doen.
 
[Geluid van kraan]
 
 Ik doe dat gewoon met leiding water.
Vraag: Zo is dat daar ook gegaan, he, neem ik aan?
Dat denk ik wel. Nou, normaliter schudt je dan.
[geluid van water dat wordt geschud]
V:Omgespoeld.
Omgespoeld. Ik heb hier de kern met ontwikkelaar en die ga ik nu in deze fles gieten.
V: Nu maken we dus de fout, hè?
Nu maken we de fout, die dus in het proces-verbaal staat.
V:Ontwikkelaar gooien in een lege tank waar fixeer heeft in gespoeld.
‘N omgespoelde. Dat is heel belangrijk. Een omgespoelde fixeer-container.
 
[geluid van vloeistof die wordt uitgegoten]
 
Zo, nou, doe ik weer de dop d’r op. Ik schud hem weer omdat er dan de (de,de) mogelijkheid dat ergens er fixeerrest nu in de ontwikkelaar zou zitten is aanwezig. Dan draai ik de dop d’r weer af en ik giet hem weer terug.
V: Nu doet u eigenlijk nou wat de laborant zegt ‘oh, ik heb mijn fout bemerkt en toen heb ik hem weer terug gegooid’.
Teruggegooid.
V: Ja, ja.
Ik giet dus nu de ontwikkelaar weer terug. En die deponeer ik nu in de…
V: Fles waar die in hoort.
Waar die dus in zou horen, in het proces-verbaal genoemd als fles 1.
 
[muziek]
 
Argos:   
Uit: proces-verbaal nummer 11-1995:
 
Citaat - proces-verbaal nr. 11-1995
De ontwikkelaar zat nu in voorraadcan nummer 1, waar deze in hoort. Vervolgens heb ik met de vloeistof uit de genoemde voorraadcan nummer 1 ’t tankje nummer 1 van de Mafina machine bijgevuld tot het vereiste peil was bereikt. In tank 1 en 3 zat 280 milliliter vloeistof. Ik moest de beide tankjes bijvullen tot 650 milliliter en heb derhalve 370 milliliter nieuw aangemaakte vloeistof toegevoegd.
 
Hans Vree:
Ik heb nog een beetje vloeistof van de vorige keer. Je ziet dat is 280 milliliter. Je ziet, dat is knap verkleurd. Dat is een beetje bruinig aan het worden.
V: Dus eigenlijk die 280 milliliter…
280 Milliliter daar moet ik zo meteen 370 milliliter verse aangemaakte ontwikkelaar aan toevoegen om zo meteen tot de beroemde 650 milliliter te komen.
V: En dat is exact zoals het ook in die verklaring staat?
Dat is exact zoals het in de verklaring staat.
V: Maar dan beschrijft ‘ie ook dat als ‘tie dan op een gegeven ogenblik, als ‘tie tankje 1 dan vrij vult, dat ‘ie opmerkelijk licht van kleur wordt. Kunt u dat verklaren?
 
 
 
Nou, als je een donkere vloeistof met een lichtere vloeistof gaat mengen dan wordt het altijd wat lichter. Dat heet verdunnen.
V: Maar transparant?
Transparant? Dat, eh, nee dat heb ik zelf nog niet meegemaakt. Nou, je hebt net gezien dat dus de vloeistof die ik overgooide van de fixeer, omgespoelde fixeertank weer naar de ontwikkelaar, een lichte kleur had. Maar niet transparant.
V: Nu zet u de machine aan, hè?  
Ja.
 
[muziek]
 
Argos:   
Uit proces-verbaal nummer 11-1995:
 
Citaat (proces-verbaal nr. 11-1995)
De eerste hoeveelheid ontwikkelaar in het tankje had een donkerbruine kleur, hetgeen normaal is voor een oudere ontwikkelaar. Met het nieuw aangemaakte ontwikkelaar had het nooit zo transparant kunnen worden, zoals ik hiervoor beschreef. Een dergelijk resultaat kan misschien hoogstens verkregen worden wanneer het tankje gevuld zou worden met kakelvers aangemaakte ontwikkelaar. D’r was dus iets heel vreemds aan de hand. En het is voor mij een raadsel waarom ik niet heb gereageerd door de vloeistof te verwisselen, maar in plaats hiervan het ontwikkelproces gewoon heb opgestart. 
[muziek]
Op een gegeven moment hoorde ik een zoemsignaal ten teken dat het ontwikkel procedé was beëindigd en dat de machine kon worden geopend. Ik zag dat er zich op de film geen beeld had gevormd.
 
[geluid van water]
 
Hans Vree:
Nou, nou is het moment suprême.
Vraag: We gaan kijken of ‘tie eh…
Of d’r, wel of geen beeld op staat.
Nou, ik ben benieuwd.
Ja wie niet. Nou, ik kan je nu al zeggen dat er beeld op staat.
V: D’r staat beeld op. Ja, ja. D’r staat gewoon beeld op die foto, op dat rolletje?
Ja, ja.
V: En dit is een precieze reconstructie van wat er gebeurt is?
Een reconstructie van wat er in het proces-verbaal staat.
V: Dus, dat klopt dus niet. Maar dit is toch wonderbaarlijk, hier zit gewoon, hier staat. We
hebben nu voortdurend met de grootste precisie dat hele -proces-verbaal- gevolgd. En we
krijgen dus gewoon film met beeld.
Ja, ja. Het proces-verbaal gevolgd. We krijgen beeld.
V: Maar mag ik hem eens heel even zien die film? ‘Es even kijken, want, nou dit is gewoon een goed ontwikkelde film hè? Toch?
Ja, ja. Zou dit nou- ik houd hem nu tegen een daglicht lamp- dan zie je alle, dan zou je alle verontreinigingen kunnen zien. Nou moet je hem eerst goed drogen. Zou d’r nou, op een of andere manier, fixeerresten aanwezig zijn dan zou je dat kunnen herkennen aan vlekken, meestal blauwe vlekjes in de film. Daar dus waar is voorgefixeerd is of druppelvorming dat je denkt van ‘hé d’r zit een blanco gaatje’. Maar je ziet hij is dus zo op het eerste gezicht helemaal…
V: Maar alles is te zien, hè? Ook de handcodering.
De barcode, de nummers, de aanloopstrook is zwart. Want daar werd ook dus dat die ook
blank was.
V: Ik vind het heel verwonderlijk dat die laborant verklaard dat die 30 procent fixeer
verontreiniging dat die ontstaat door het omspoelen of door het verkeerd omgieten van die
flessen terwijl we nu toch heel duidelijk zien dat dat nooit de oorzaak kan zijn geweest want
d’r komt gewoon een film met beeld en alles d’r op en d’r aan, komt gewoon d’r uit.
Ja, dat bevat ik ook niet. Laten we het zo zeggen: het zegt veel over de laborant.
V: Maar ook over het onderzoek toch?
Jazeker. Ik heb zo’n idee dat ze ’t als kennisgeving hebben aangenomen: dat is de oorzaak klaar. Lekker vlug klaar. Maar, of dus de verklaring van de laborant en de bevindingen van ‘t laboratorium, van justitie en ‘t laboratorium met mekaar overeen komen dat heeft niemand eens een keer- ze hebben ze waarschijnlijk nooit naast mekaar gezien.
 
Argos:
Het onderzoek naar het fotorolletje is dus absoluut niet nauwkeurig gebeurd. De conclusies van het Gerechtelijk Laboratorium zijn niet te rijmen met de verklaringen van de laborant.
In oktober werd het onderzoek door het Openbaar Ministerie heropend. Maar dat was niet om de hele zaak nu eens kritisch tegen het licht te houden. Het was alleen om opheldering te krijgen over foute data die in de dossiers worden genoemd. ‘Niet meer dan slordigheidjes’, aldus het OM. Maar er zijn meer van die slordigheidjes. Zo blijkt de leider van het Kodak-team van de marechaussee, kapitein Rutten, tegenover Van Kemenade het fotolab van de marine te situeren op de vliegbasis Valkenburg bij Leiden. Maar het lab zit toch echt bij de Admiraliteit in Den Haag. In de dossiers van het Kodak-team staat dat op wel tien plaatsen vermeld. Journalist Jerome van Inen van het weekblad Intermediair ging navraag doen, maar Rutten wilde niet reageren. Vervolgens kreeg hij Ruttens collega Van Dijk aan de telefoon, zo vertelt Van Inen.
 
Jerôme van Inen:
Nou ik vroeg heel van voren van ‘kunt u mij vertellen waar het filmpje van Srebrenica officier Rutten is ontwikkeld?’ ‘Nou’, zegt hij, ‘dat is in Den Haag ontwikkeld.’ Ik zeg, ‘goh ik heb altijd begrepen dat het in Valkenburg ontwikkeld was.’ ‘Nee, nee, nee, absoluut niet, de Admiraliteit’. Ja, en toen ik hem confronteerde met het feit dat zijn collega de heer Rutten echt in het rapport-Van Kemenade zegt, echt heel duidelijk ‘ ja, het is naar Valkenburg gebracht.’ Ja, toen begon hij een beetje…
Vraag: Naar Valkenburg naar de marine staat er?
Naar de marine ja. Maar de heer Van Dijk begon op dat moment een beetje, ja, te stotteren en toen zei die op een gegeven moment, ‘Ja, maar dat is niet de plaats Valkenburg geweest dat is meneer Valkenburg geweest.
V: Oh, naar meneer Valkenburg?
Meneer Valkenburg. ‘Ja, goh’, zei ik, ‘kunt u mij misschien vertellen waar ik meneer Valkenburg kan vinden?’ Nou dat kon hij me dus niet vertellen. Maarja, toen was voor mij dus op dat moment wel duidelijk dat hier echt helemaal niks meer van klopte.
V: Ja, en op het einde van het gesprek- want ik heb zelf mogen luisteren naar een bandopname die u gemaakt heeft van het gesprek- zegt de heer Van Dijk dan ook nog eens een keer, als u dan vraagt: ‘Die werkt daar?’, dan zegt hij nog eens een keer van: ‘Ja, ik weet eigenlijk niet precies of hij daar nou werkt, maar hij was daar toen.’
Ja, precies. Ja, nee, dat was, als dan al niet duidelijk was dat dit een zeer snel verzinnen smoes was dan werd het daarmee wel duidelijk.
 
[muziek]
 
P. Frielink:
Aan de telefoon is de heer Frielink, officier van Justitie Frielink, persofficier van het Openbaar Ministerie in Arnhem.
Vraag: Meneer Frielink, afgelopen najaar is het onderzoek naar het fotorolletje heropend omdat er onduidelijkheid was over een aantal data. Waarom heeft het Openbaar Ministerie in Arnhem die heropening afgelopen najaar niet aangegrepen om een aantal andere onduidelijkheden in het onderzoek naar het mislukken van het fotorolletje ook nader te onderzoeken?
Misschien is heropening van het onderzoek wel een groot woord. Wat heeft er plaatsgevonden, wij hebben eigenlijk een aanvullend onderzoek laten plaatsvinden naar de datum waarop dat fotorolletje zou zijn ontwikkeld.
V: Dat was toen duidelijk en daarmee was voor het Openbaar Ministerie in Arnhem de kous af dan?
Ja, want de uitkomsten van het eerdere onderzoek was, van de eerdere twee onderzoeken was dat er sprake was van een stomme ontwikkelfout, anders kunt je het niet zien. En aan die uitkomst kon wat ons betreft niet worden getornd.
V: Maar rondom de presentatie bijvoorbeeld van het rapport-Van Kemenade zijn er toch, is er toch in de pers geweest ook veel meer onduidelijkheden in dat onderzoek indertijd naar het mislukken van het fotorolletje? Zijn die niet tot het Openbaar Ministerie doorgedrongen dan?
Over de onduidelijkheden waar u nu over spreekt die waren in die tijd niet, toen wij die aanvulling hebben gevraagd waren er op andere punten geen onduidelijkheden.
V: Nou, bijvoorbeeld de verklaringen die er gedaan zijn in ’95 door betrokkenen bij het mislukken van het fotorolletje die zijn nogal met elkaar in tegenspraak bijvoorbeeld.
Ik ga d’r verder niet op in.
V: Nee, nee. Wat me vooral opvalt, is dat het zo’n beperkt onderzoek is geweest. Bijvoorbeeld, d’r staat een uitgebreide verklaring in van één van de laboranten waarin die uitlegt hoe, wat hij precies gedaan heeft en waarom hij denkt dat het is misgegaan met het ontwikkelen van het fotorolletje. Maar als je dat een beetje aandachtig leest, dan begrijp je daar al uit dat het nooit zo gegaan kan zijn. Omdat de manier waarop hij zegt dat het mislukt zou zijn, dat kan niet. Wij hebben daarna het een keer helemaal nagespeeld. Helemaal aan de hand van het proces-verbaal precies gedaan, want hij beschrijft het heel gedetailleerd wat hij heeft gedaan. En wij gebruiken precies hetzelfde filmpje, hetzelfde soort ontwikkelmachine, en komen dan uiteindelijk met het resultaat dat het filmpje wat we er in hebben gestopt heel netjes ontwikkeld wordt. Helemaal niet totaal blanco.
Waarom is er nooit een reconstructie plaatsgevonden? Waarom heeft die nooit plaatsgevonden in die tijd?
Er was op grond van de bevindingen van het onderzoek uit 1995 en op grond van het onderzoek uit 1997 geen reden om tot een andere conclusie te komen dat er sprake is geweest van een stomme fout en dus was er ook geen reden voor een reconstructie.
V: Ja, maar die conclusie is alleen getrokken op basis van de verklaring van die laborant en die verklaring van die laborant als je die precies dus nagaat dan klopt ‘ie gewoon niet.
Die conclusie is getrokken op basis van het hele onderzoek wat heeft plaatsgevonden van de marechaussee.
V: Nou, dat was heel beperkt. Want d’r zijn alleen maar twee laboranten verhoord en nog een aantal mensen daar direct omheen, maar verder helemaal niet.
Er zijn personen gehoord die, op dat moment, een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van het rolletje.
V: Maar zo blijkt bijvoorbeeld uit het proces-verbaal uit 1995 bij de verhoor van een aantal van die mensen op dat fotolab dat er nog een vierde getuige aanwezig was op dat fotolab, op het moment dat het misging met dat fotorolletje. Die getuige is nooit verhoord. Waarom niet?
Ja, u kunt het steeds opnieuw proberen bij me. Maar op grond van de resultaten van het onderzoek wat destijds is gebeurt in ‘95 en wat in ‘97 nog eens is over gedaan was voor ons de conclusie duidelijk. En ook Van Kemenade heeft, kwam tot geen andere conclusie dan dat de ontwikkeling van het fotorolletje meer dan voldoende is uitgezocht.
V: U zegt steeds wij vinden dat het toen voldoende is uitgezocht en dat het duidelijk was. Maar ik zeg, als je het proces-verbaal een beetje nauwkeurig bestudeerd dan zijn er een heleboel vragen en dan zijn er ook een aantal dingen die gewoon niet kloppen. Dan zegt u weer, ja we hebben het niet onderzocht omdat het voor ons voldoende onderzocht was. Maar ik geef nou juist aan dat het naar mijn idee helemaal niet voldoende onderzocht is.
Meneer Legebeke, we hebben de zaak tot tweemaal toe onderzocht. Er was reden voor ons om, met name rondom het tijdstip van het ontwikkelen van het fotorolletje, omdat dat steeds in de media opnieuw opdook, omdat dat punt steeds opnieuw aan de orde werd gesteld, en we daar eigenlijk wel genoeg van hadden. Dat punt hebben we expliciet nog eens een keer nader onderzocht en daarmee is voor ons de kous af.
V: Ik heb de afgelopen weken te horen gekregen uit de kringen van, laat ik zeggen de mensen die aan het onderzoek hebben meegedaan, dat zij beperkt werden in hun onderzoek. Is daar vanuit het OM toen opdracht toegegeven? Dat het onderzoek niet te uitvoerig mocht zijn?
Kan ik me niet voorstellen.
V: Kunt u zich niet voorstellen?
Nee, absoluut niet.
V: Maar als ik u nu zeg dat wij precies hebben nagedaan wat de laborant zegt dat hij gedaan heeft, wat hij ook fout gedaan zou hebben, de laborant die dan uiteindelijk verantwoordelijk zou zijn voor het mislukken van dat fotorolletje. En dan blijkt uit die heel nauwgezette reconstructie van ons dat er dan nooit een fotorolletje uit kan komen waar geen beeld opstaat. Stel dat ik u dat laat horen of u hoort dat, is dat dan voor het Openbaar Ministerie aanleiding om toch opnieuw daarnaar te kijken?
U zult mij nooit horen zeggen, via de media of dat iets dat u uit heeft gezonden, aanleiding geeft tot nieuw onderzoek. Dus ook nu niet.
  
[muziek]
 
 
 
*** EINDE TRANSCRIPTIE***