Het idee is de verbrande bomen te compenseren met nieuwe aanplant, waarbij de groeiende bomen CO2 opnemen, zodat er netto geen nieuwe CO2 de atmosfeer in komt. Het probleem is dat dit proces decennia kan duren. Bovendien komt er bij het stoken van hout meer C02 per energie-eenheid vrij dan bij het gebruik van gas, olie en zelfs kolen. Doordat op de korte termijn de C02 uitstoot dus omhooggaat, zouden de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs zelfs in gevaar kunnen komen.
Toen de EU in 2018 aanstalten maakte om het gebruik van hernieuwbare energie te verdubbelen, waarschuwden wetenschappers al dat het gebruik van hout, met name hele bomen, risico’s met zich meebracht. Toch was er in bijna alle Europese landen een stijging in bomenkap voor energie te zien. Bijna een kwart van alle bomen die in 2019 binnen de EU gekapt zijn waren bestemd voor het produceren van energie.
Belastinggeld is een belangrijke groeifactor van de biomassa-industrie. Tussen 2008 en 2018 zijn de subsidies uit 27 Europese landen gestegen met 143%. In 2019 kreeg energiemagnaat Drax €2,4 miljoen per dag aan subsidies van de Britse overheid. ‘Biomassa bestaat alleen op deze schaal vanwege de subsidies,’ stelt Duncan Brack van Londense denktank Chatham House.
De groeiende vraag naar biomassa laat zijn sporen achter in Estland, een belangrijke leverancier van houtpellets. ‘Er is duidelijk bewijs dat de intensifiëring van het kappen in ieder geval gedeeltelijk voortkomt uit de toegenomen vraag naar biomassa voor warmte en energie,’ valt te lezen in een rapport van Estse milieuorganisatie ELF. Resultaat? ‘Zo zal het Estse landschap, waar bosbeheer onder valt, naar verwachting in 2030 veranderen van een CO2- opslagmogelijkheid naar een nieuwe hotspot van CO2-uitstoot.’