In Estland, een klein Baltisch land met 1,3 miljoen inwoners en een buitenmaatse techsector, waren IT start-ups lange tijd de succesvolste exporteurs. Maar een traditionelere industrie heeft zich tussen deze start-ups ontpopt: Graanul Invest, een houtpelletproducent die zijn grootste aandeelhouder Raul Kirjanen tot een van de rijkste mensen van Estland heeft gemaakt. Alleen Enviva, de Amerikaanse pelletproducent, verkoopt jaarlijks meer pellets dan Graanul Invest.
Maar dit komt met een prijskaartje. De pelletindustrie is afhankelijk van miljarden aan Europees belastinggeld, die garanderen dat het verbranden van Estse houtpellets in de enorme West-Europese energiecentrales winstgevend is. Deze sterk gesubsidieerde markt voor biomassapellets in West-Europese landen betekent meer ontbossing in Estland. Certificering heeft het kappen van hele bomen voor pelletproductie niet gestopt, hoewel de sector zichzelf doorgaans als klimaatnegatief ziet.
Vanuit Estland hebben het financiële dagblad Äripäev en het onderzoeksprogramma Pealtnägija van de Estlandse publieke omroep deze controversiële handel ontrafeld.