Beraamde Iraniër Eisa S. vanuit Nederland aanslagen in zijn geboorteland, of heeft de Iraanse geheime dienst zijn telefoon gehackt en in zijn naam belastende berichten via Telegram gestuurd? Dat laatste is het geval, bezwoer Eisa S. vorige week tegenover de rechtbank in Rotterdam. Ondenkbaar is het niet, erkent ook het Openbaar Ministerie. Dat zegt hier serieus naar te kijken, maar heeft er vooralsnog nog geen aanwijzingen voor.
Vorige week werd óók duidelijk dat het OM twee mannen van Iraanse afkomst uit Denemarken noemt als mededaders van het plannen van aanslagen in Iran. Zij zouden samen met S. een terroristische organisatie vormen. Het zijn leden van de Iraanse oppositiebeweging ASMLA - leider Habib Yabor K. en Tamim Farouk B. - waar ook Eisa S. toe behoort. Ze zijn net als S. in februari gearresteerd en worden in Denemarken verdacht van spionage voor Saoedi-Arabië.
De Nederlandse terreurlink haalde ruimschoots de media in Denemarken, nadat publieke omroep DR er in samenwerking met Argos over had bericht. De zaak kan een nieuw licht werpen op de schaduwoorlog van Iran tegen vijanden van het Iraanse regime in Europa. Namelijk de mogelijkheid dat Saoedi-Arabië een groepering in Europa heeft gesteund die zich bezighield met het beramen van aanslagen in Iran. Teheran en Riyad zijn aartsvijanden.
De Arab Struggle Movement for the Liberation of Ahwaz (ASMLA) is door Teheran aangemerkt als terreurorganisatie maar kan in Europa tot woede van Iran vrij opereren. De groepering streeft naar een onafhankelijke staat in de Iraanse regio Khoezestan. In het gebied zijn de afgelopen jaren aanslagen gepleegd op olie- en gasinstallaties. In september 2018 eist een aanval op een parade van de Iraanse Revolutionaire Garde in Ahvaz, de hoofdstad van Khoezestan, vijfentwintig levens. De dodelijkste terroristische aanslag in jaren in Iran. ASMLA ziet zichzelf als de politieke tak van het verzet in Khoezestan maar ontkent dat ze verantwoordelijk is voor geweld.
Bjørke Kierkegaard van de Deense politie laat aan DR weten dat Nederland en Denemarken nauw samenwerken in het onderzoek. ‘We zijn geïnformeerd over de Nederlandse aanklacht. We werken samen om erachter te komen wat er aan de hand is in ASMLA. In werkelijkheid is dit waar de zaak om draait’, aldus Kierkegaard.