Sinds een aantal jaar staat hulp aan studenten die (seksueel) grensoverschrijdend gedrag meemaken hoog op de agenda bij de Universiteit Maastricht. In november 2021 ondertekende Letschert het manifest van Amnesty International, waarin zes beloften worden gedaan omtrent verbeterde preventie, hulp en meldingsvoorzieningen voor studenten die te maken krijgen met seksueel geweld. Datzelfde jaar publiceerde de universiteit een eigen onderzoek over seksueel geweld onder haar studenten. Daaruit bleek dat, sinds hun moment van inschrijving aan de UM, 26,5% van de studenten minstens één keer seksueel geweld en 38,7% van de studenten minstens één keer seksuele intimidatie hadden meegemaakt. 73% van de studenten die slachtoffer werden van seksueel geweld, ondervonden daar negatieve consequenties van, waarvan 30,5% op academisch vlak.
Sociale veiligheid op de werkvloer is op het moment in vrijwel elke sector onderwerp van gesprek. Dat geldt ook voor universiteiten. Rianne Letschert is bestuursvoozitter en voormalig rector van de Universiteit Maastricht (UM). Zij ziet een toename in het aantal meldingen over grensoverschrijdend gedrag tussen studenten onderling en vindt het belangrijk om als universiteit het gesprek aan te gaan, met alle partijen.
Lessen over grensoverschrijdend gedrag
Hoewel grensoverschrijdend gedrag tussen studenten vaak plaatsvindt in de privésfeer, is het volgens bestuursvoorzitter Letschert belangrijk dat universiteiten hun verantwoordelijkheid nemen. Dat er steeds meer rapportages kwamen over seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen studenten in hun studentenleven, was voor de UM reden om actie te ondernemen. “Onze doelgroep is bijna 25.000 studenten die veilig moeten kunnen zijn,” zegt Letschert. “We hebben de verantwoordelijkheid willen nemen om te kijken: hoe kunnen we met de studentenpopulatie in gesprek om de cijfers van grensoverschrijdend gedrag naar beneden te krijgen?”
Vorig jaar voerde de Universiteit Maastricht als eerste universiteit voor eerstejaars verplichte lessen in over grensoverschrijdend gedrag. "Toch ben je er dan nog niet", zegt Letschert: “Het is een illusie om te denken: één cursus en dan hebben we in Maastricht geen grensoverschrijdend gedrag meer tussen studenten.” De lessen zijn dan ook onderdeel van een groter programma, waar een ‘flink’ budget voor is vrijgemaakt.
Drempel verlagen
Uit de enquête van Argos bleek dat vertrouwenspersonen op de UM in 2022 166 meldingen van grensoverschrijdend gedrag en 12 meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag kregen. Uit die meldingen volgden slechts 2 officiële klachten over grensoverschrijdend gedrag en 1 officiële klacht over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook verhoudt het aantal meldingen zich niet tot het percentage gevallen dat uit het onderzoek van de UM kwam.
Daarom is het verlagen van de drempel voor het melden van grensoverschrijdend gedrag volgens Letschert een belangrijk onderdeel van het plan van de UM. De universiteit heeft gekeken naar alle bestaande instanties binnen de universiteit om te onderzoeken of ze toegankelijk en bekend genoeg waren. Dat bleek niet het geval: “Vaak wisten studenten eigenlijk niet voor welk type gedrag ze naar welke persoon of procedure moesten gaan.” Om de zichtbaarheid van voorzieningen te verbeteren, heeft de universiteit één centraal loket opgericht. Het loket heeft een adviserende en informerende functie en kan studenten de juiste richting op sturen. Letschert: “Ik merk dat er heel veel onbekendheid en onwetendheid is over wat bepaalde procedures ook voor jou als melder betekenen.”
Een andere maatregel die de drempel voor studenten moet gaan verlagen, is de mogelijkheid om een anonieme melding te maken. Melders zouden dan bekend zijn bij de mensen van het loket, maar niet bij anderen. "We willen dat de druk om te melden niet alleen maar bij de slachtoffers ligt. Als dat nooit anoniem mag, dan zeg je dat de eerste stap bij jou als slachtoffer ligt.” Hierdoor kan er ook ingegrepen worden bij anonieme meldingen die een bepaald patroon vertonen over eenzelfde afdeling of persoon. Tegelijk benadrukt Letschert dat het ook een prioriteit is om aan beide kanten van een melding de belangen te beschermen, vooral wanneer anonieme meldingen mogelijk zijn. Bij één anonieme melding wordt er niet ingegrepen: “Dat kan anders misschien ook een onveilige situatie opleveren.”
Cultuurverandering
De drempel naar beneden krijgen is volgens Letschert een ‘tussenfase’ bij het veranderen van de cultuur op universiteiten. “Je hoopt natuurlijk dat over een paar jaar de cultuur zo is veranderd dat mensen rechtstreeks tegen elkaar durven te zeggen: jij gaat bij mij een grens over wat ik echt heel onprettig vind. En dat je daar een gesprek over krijgt.” Zover is het nog niet. Letschert ziet dat slachtoffers vaak de schuld bij zichzelf leggen, of niet aan de bel durven te trekken omdat ze vinden dat ze dat eerder hadden moeten doen. Dat soort patronen moeten volgens haar worden doorbroken. “Het is niet aan een instelling of een bestuur om te bepalen wanneer jij naar voren moet stappen met het aangeven van jouw grenzen. Dat is een dynamisch proces, en daar moet je dus ook niet over oordelen. De eerste verantwoordelijkheid ligt bij degene die grensoverschrijdend gedrag vertoont.”
Voor de beoordeling van situaties heeft de UM haar eigen gedragscodes. "Daarin staat heel duidelijk wat we wel en niet accepteren. Dan heb je het hele arbeidsrechtelijke kader en het strafrechtelijk kader. Als een grove schending van die normen wordt geconstateerd, kan daar absoluut een sanctie bij horen.” Volgens Letschert kunnen sancties niet alleen erkenning bieden aan melders, maar zijn ze ook nuttig als een pleger ‘niet in de spiegel wil kijken’. “Als je merkt dat het zelfreflectieve vermogen bij de pleger afwezig is, dan betekent dit helaas vaak dat de kans op herhaling heel groot is.” Wel zegt ze dat er geen One-Size-Fits-All benadering bestaat. "Het is altijd maatwerk. Het type pleger kan anders zijn ende melders kunnen er soms anders in staan.“
Sommige melders verkiezen bijvoorbeeld liever de weg van een vaststellingsovereenkomst met geheimhouding boven een weg naar de rechter met het verzoek een arbeidsovereenkomst te ontbinden. Bij die laatste weg is geheimhouding vrijwel onmogelijk en is de kans dat de hele casuïstiek in de krant komt groot.
Belangen van beide partijen
Naast erkenning is het volgens Letschert cruciaal dat melders ‘nazorg’ krijgen. Ze moeten worden meegenomen in het proces en de afwegingen die plaatsvinden nadat ze hun melding hebben gedaan. Die nazorg blijft, ook jaren nadat een melding is gedaan, belangrijk. “Emoties bij melders kunnen door de jaren heen veranderen, soms verzachten, soms verharden. Soms missen melders belangrijke informatie die ze nodig hebben in hun eigen verwerkingsproces. Het is belangrijk dat ze die informatie dus blijvend krijgen.” De noodzaak van die nazorg wordt volgens Letschert nu nog vaak onderschat. “Ik denk dat veel instellingen zich niet goed realiseren dat nazorg even belangrijk is als de zorg tijdens het proces van het aankaarten en opvolging geven aan een ongewenste situatie.”
Het bieden van voldoende informatie is daarbij niet alleen van belang voor de melder, maar ook voor de pleger van grensoverschrijdend gedrag. “Zodat die wel weet: wat doet mijn instelling nou in dit hele proces? Je hebt als instelling de plicht om de belangen van alle partijen die in zo’n situatie terecht zijn gekomen, te beschermen.” Letschert ziet dat leidinggevenden zich onveilig gaan voelen omdat de ‘sociale veiligheidskaart' soms wat snel wordt getrokken. “Ook een pleger heeft recht op zorgvuldigheid. Die belangenafweging zul je gelijktijdig moeten blijven doen.”
Dialoog en media-aandacht
Dat betekent volgens Letschert ook dat instellingen niet te snel met een definitief besluit of statement moeten komen: "Je moet de tijd nemen om te reflecteren op wat er aan de hand is, en je moet je niet op laten jagen door de media." Ze ziet dat besturen onder de druk van media-aandacht overhaaste beslissingen nemen. “Al schrijven de kranten er elke dag over, wij moeten zorgen dat we hier de juiste dingen doen en ons niet door emoties laten leiden, hoe moeilijk dat ook is.”
Uiteindelijk moet dialoog centraal staan in de benadering van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, zegt Letschert. “We moeten in een volwassen instelling met elkaar over dit soort thema's praten, elkaar corrigeren en normeren. Sanctioneren als het nodig is, maar toch nog steeds liefst in dialoog met elkaar.”
achtergrond
MeToo op universiteiten
Grensoverschrijdend gedrag in de wetenschap kan zeer ernstige gevolgen hebben. Niet alleen voor de personen die dit treft, maar ook voor de wetenschap. Talentvolle onderzoekers vallen uit of ze keren de wetenschap zelfs definitief de rug toe. Argos onderzocht de afgelopen maanden de sociale veiligheid op Nederlandse universiteiten.
Grensoverschrijdend gedrag door hoogleraar: ‘Hij moest mijn scriptie nog beoordelen.’
Door de MeToo-beweging kwamen de afgelopen jaren steeds meer gevallen van grensoverschrijdend gedrag aan het licht. Argos deed onderzoek naar meldingen bij Nederlandse universiteiten en kwam zo in contact met Fleur. Tijdens haar studie kreeg zij een stortvloed aan ongepaste appjes binnen van haar scriptiebegeleider, en dit terwijl hij haar scriptie nog moest beoordelen. Uiteindelijk kwam ze ziek thuis te zitten.