In het onderzoek naar de moord op Pim Fortuyn hebben politie en openbaar ministerie maandenlang een veroordeelde oud-kompaan van topcrimineel Stanley Hillis aangemerkt als mogelijke leverancier van het moordwapen. De verdachte, Paul Molhoek, was veroordeeld wegens verboden wapenbezit en stond op de radar van de inlichtingendienst. Hij woonde in het Wageningse kantoorpand van Volkert van der G., de moordenaar van Fortuyn.

Dit onthult Argos-journalist Eric Arends in de NPO-podcast Vriend van Volkert van VPRO/HUMAN.

Paul Molhoek

Molhoek, een Haagse oud-plofkraker met een imposant strafblad, stond onder meer terecht voor een bankoverval die hij samen met Hillis zou hebben gepleegd. Kort na de moord op Fortuyn meldde de AIVD in een ambtsbericht aan de politie dat Molhoek volgens een betrouwbare bron medio jaren negentig betrokken was of bemiddelde bij de handel in wapens en explosieven, blijkt uit een vertrouwelijk politierapport dat in het bezit is van Argos

Tot driekwart jaar voor de aanslag op Fortuyn woonde Molhoek in onderhuur in het pand waar Volkerts milieuvereniging kantoor hield, en was hij met Van der G. bevriend. Zijn rol in het onderzoek naar de moord heeft nauwelijks de publiciteit gehaald en bleef ook in het proces tegen Van der G. nagenoeg onbesproken.

Het Openbaar Ministerie (OM) meldt in antwoord op vragen van Argos dat ‘Paul M.’ destijds is aangehouden en verhoord als verdachte van het leveren van het pistool, en dat zijn woning is doorzocht. ‘Deze doorzoeking leverde geen belastende informatie op. In het verhoor ontkende M. elke betrokkenheid.’ 

Ook het verhoren van getuigen leverde volgens het OM geen aanwijzingen op voor de betrokkenheid van Molhoek bij het wapen of de moord. ‘De officier van justitie heeft daarop besloten tot een sepot 01 (ten onrechte als verdachte aangemerkt).’

Hoewel politie en justitie geen harde bewijzen tegen Molhoek vonden, hebben politiemensen die betrokken waren bij het onderzoek zich altijd afgevraagd wat hij in de buurt van Volkert te zoeken had. Na de moord op Fortuyn had hij bijvoorbeeld nog een ontmoeting met de vriendin van Volkert, en sprak hij door de telefoon met Volkert zelf. Verscheidene (oud-)politiemensen vermoeden dat Molhoek destijds een informant was van de AIVD en dat hij de groep milieu- en dierenrechtenactivisten rond Volkert in de gaten moest houden.

‘Molhoek heeft na de moord op Fortuyn ook nog een langdurig gesprek gehad met de vriendin van Volkert’, vertelt een politiebron in de podcast. ‘Dat weten we omdat de politie hen heeft geschaduwd. Dat gesprek vond plaats op een plek waarover nagedacht was, namelijk in de buitenlucht, op het uiteinde van een pier in Harderwijk, waar geen camera’s of microfoons konden hangen. En Molhoek gaf ook heel duidelijk instructies aan die vriendin, dat kon je zien aan de lichaamstaal.’

De verdenkingen van de politie tegen Molhoek over zijn mogelijke informantenrol namen twee jaar later verder toe na de moord op filmmaker Theo van Gogh. Nadat Mohamed B. in november 2004 Van Gogh in Amsterdam had gedood, gingen politie en justitie achter de radicaal-islamitische Hofstadgroep aan. Zij hielden onder anderen Hofstadgroep-verdachte Jermaine Walters in het oog, en ontdekten dat de woning in Amersfoort die goed uitzicht bood op de verblijfplaats van Jermaine, op naam stond van Molhoek.

‘Toen dachten we wel van: kan dit allemaal nog toeval zijn?’, zegt een politiefunctionaris in de podcast, waarvan de eerste drie afleveringen vanaf morgen, 22 juni om 8u 's ochtends, online staan. 

Vriend van Volkert

In Vriend van Volkert gaat Eric Arends op zoek naar Paul Molhoek, en probeert hij uit te zoeken welke rol deze man speelde in zaak tegen Volkert van der G.

Zelfs tot na de eerste rechtszitting in de zaak tegen Van der G., in augustus 2002, hielden politie en OM vast aan de hypothese dat Molhoek het pistool aan Van der G. leverde. Dit veranderde pas in oktober 2002, een half jaar na de moord op Fortuyn, toen een getuige bij de politie aanklopte - een harddrugsverslaafde die in dezelfde studentenflat als Volkert had gewoond. 

De man verklaarde dat hij samen met Volkert het wapen in de jaren negentig had gekocht in een Turks café in Ede. Van der G. zou zich bedreigd hebben gevoeld door de boeren, tegen wie hij met zijn Vereniging Milieu Offensief procedeerde om de uitstoot van ammoniak tegen te gaan. Na maanden te hebben gezwegen, bevestigde Van der G. deze getuigenis bij de rechter-commissaris. ‘Bedreigingen uit de veehouderij-wereld waren de aanleiding’, meldt een van de politierapporten. Het ‘Molhoek-scenario’ verdween daarna van tafel.

Onduidelijk is in hoeverre de politie het verhaal van deze getuige heeft geverifieerd. Anonieme (oud-)medewerkers van de politie die kennis hebben van het onderzoek, suggereren in Vriend van Volkert dat Van der G. destijds ‘gewoon meeliftte’ op de getuigenverklaring. 

Politie en OM zouden na de verklaring van de getuige geen uitputtende naspeuringen meer hebben gedaan naar de leverancier van het pistool, omdat het bewijs voor de moord rond was en Van der G. de verklaring over de herkomst van het wapen had bevestigd.

‘De zaak was in feite opgelost’, zegt een van de politiebronnen in Vriend van Volkert. ‘Volkert had beaamd dat ie het wapen had aangeschaft op de manier zoals de getuige dat ook had aangegeven. Daarmee was dat stukje van de zaak in feite afgesloten. Bovendien is de opsporingscapaciteit beperkt. Je moet verder met andere zaken. Ik heb echt de indruk dat dit een bewuste keuze is geweest. De hoofdzaak was: de moord op Pim Fortuyn oplossen. En dat was gelukt. En daardoor werd de precieze herkomst van het wapen voor het OM minder relevant.’

Geheim politierapport

Hoogleraar strafrecht Sven Brinkhoff en universitair hoofddocent Jelle van Buuren reageren in Vriend van Volkert verrast op het bestaan van een geheim politierapport - waarvan een deel, over een ander aspect van het moordonderzoek, jaren geleden korte tijd op de site van De Telegraaf stond. 

‘Dat doet toch vermoeden dat er iets af te schermen is’, zegt Brinkhoff. ‘Ik weet helemaal niet of dat zo is, maar die zweem brengt het wel met zich mee. En ik denk dat het niet handig is om zo'n zweem te laten bestaan. Deze zaak lag onder een vergrootglas, en dan is het goed om zoveel mogelijk openheid van zaken te geven - niet per se voor de strafzaak, maar wel voor de samenleving in zijn geheel, voor de geloofwaardigheid en transparantie naar de samenleving toe.’

Van Buuren vraagt zich af wat de interesse van de AIVD in Molhoek is geweest. ‘Je kunt het scenario bedenken dat dit met wapenhandel en explosieven heeft te maken. Of dat hij misschien is bekeken als een mogelijke toekomstige informant. Op dat gebied zou je meer helderheid willen hebben, om precies te kunnen snappen hoe het in deze complexe zaak – een politieke moord met criminele randjes - is gegaan met die verschillende organisaties: politie, OM, maar dus ook inlichtingendiensten.’  

Hoewel politie en OM uiteindelijk afstapten van het scenario waarin Paul Molhoek de leverancier was van het moordwapen, had het OM dit best wat uitgebreider aan de rechter kunnen voorleggen, zegt hoogleraar strafrecht Sven Brinkhoff in de podcast. In het requisitoir van de officier van justitie wordt er slechts kort en in algemene bewoordingen verwezen naar een onderzoek naar mogelijke leveranciers van het pistool dat op niets is uitgelopen. 

‘Ik vind het best relevant, ook voor een rechter’, aldus Brinkhoff. ‘We wisten wie de trekker over heeft gehaald. Maar voor die zaak is het toch relevant: waar kwam dan het moordwapen vandaan? Het is niet eens zozeer belangrijk voor de veroordeling van Volkert, maar wel voor het totale plaatje van de zaak, en zeker ook richting de samenleving, dat alles is uitgezocht. Dus het had eigenlijk meerdere functies om daar wel iets mee te doen.’ 

De zevendelige podcast Vriend van Volkert is een zoektocht naar een onbekend hoofdstuk in een politieke moordzaak die Nederland ten diepste schokte. De volgende afleveringen zijn komende weken te beluisteren op de site van Argos (argosonderzoekt.nl), via de NPO Luister-app en de gebruikelijke andere podcastkanalen.