Regeringspartij NSC wil dat een mysterieus DNA-spoor op het wapen van Volkert van der G. nader wordt onderzocht. Tweede Kamerlid Jesse Six Dijkstra heeft minister van Justitie Van Weel gevraagd om - ‘in het kader van waarheidsvinding’ – te kijken of alsnog onderzoek kan worden gedaan naar het onbekende DNA-spoor op het pistool waarmee Van der G. in 2002 politicus Pim Fortuyn doodschoot.

Aanleiding voor de Kamervragen is de podcast Vriend van Volkert, waarin Argos-journalist Eric Arends tracht te achterhalen wie de leverancier van het moordwapen was.

In de podcast zegt officier van justitie Koos Plooij dat het juridisch niet meer van belang is om te weten van wie het DNA-materiaal is. Volgens Plooij is de zaak inmiddels verjaard. NSC wil van minister Van Weel weten of dit klopt, en vraagt om ‘aanvullende context’ bij het besluit van het Openbaar Ministerie om het DNA-spoor in deze politieke moordzaak te laten rusten.

dit is hét wapen waarmee Volkert Pim Fortuyn neerschoot

Simon Fortuyn

Simon Fortuyn, de broer van Pim Fortuyn, pleit in de BNNVARA-documentaireserie De Wapenroute eveneens voor nader onderzoek. Tegen Argos zegt Fortuyn: ‘Kijk, wat ik wil, is gewoon die waarheidsvinding. Omdat wij denken dat Volkert niet de waarheid spreekt, blijft dat knagen. En blijf je geconfronteerd worden met allerlei complottheorieën. Dat lijkt me niet handig. We praten hier wel over een politieke moord op mijn broer.’

De vraag wie het semiautomatische pistool aan Volkert verkocht, is altijd onbeantwoord gebleven. Volkert zelf heeft alleen verklaard dat hij het wapen, een Star Firestar, heeft aangeschaft in een Turks café in Ede – zonder een concrete naam van een leverancier te noemen. Politie en justitie hebben destijds niet kunnen vaststellen of dit verhaal klopt. ‘Ik kan niet zeggen: zo is het gegaan’, zegt aanklager Plooij in Vriend van Volkert.

Op de patroonhouder van het pistool zijn direct na de moord wel DNA-sporen van een onbekend persoon aangetroffen. De sporen kwamen overeen met het DNA dat was gevonden op een bivakmuts die enkele maanden eerder was gebruikt bij op een overval op een Emmense juwelier. Maar onduidelijk bleef van wie dit DNA-materiaal was.

Vergelijking van dit DNA-profiel met de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken leverde destijds niets op. Ook naspeuringen in buitenlandse databanken hadden geen succes.

Verjaring

Na vragen van Argos liet het OM dit voorjaar het ‘oude’ DNA-profiel nog eens vergelijken met de huidige, veel grotere databank van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Dat leverde opnieuw geen match op. Maar hoewel het zeer eenvoudig is om een DNA-profiel meteen ook internationaal te laten checken, liet aanklager Plooij dit bewust achterwege.

‘Als bekend zou worden wie de donor is van dat DNA’, zegt Plooij in de podcast, ‘dan is er slechts een verdenking dat die persoon, in 2002 of eerder, een patroonhouder in handen heeft gehad. Dat is een overtreding van Artikel 26 van de Wet Wapens en Munitie, en dat feit is al heel lang verjaard. Dus ik vind het niet meer opportuun om daar nu verder in te duiken. Het is voor de geschiedschrijving misschien interessant, maar strafrechtelijk kan ik er niks meer mee. Ik moet mij houden aan de mogelijkheden die de wet biedt.’

Kamerlid Six Dijkstra wil desondanks van de minister weten wat de opties zijn om dit DNA-spoor alsnog verder uit te pluizen.

Het complete verhaal

Volgens Simon Fortuyn heeft het OM hem inmiddels uitgenodigd voor een gesprek over het DNA-spoor. Hij gaat er bij aanklager Plooij stevig voor pleiten om het DNA door de internationale databanken te halen, zegt hij.

‘De Nederlandse rechtsstaat is ontzettend ontwricht geweest. Dan wil je ook voor de geschiedenis toch weten wat hier aan de hand is? Je wilt toch het compléte verhaal hebben? Probeer dan in ieder geval de zaak rond het DNA-spoor rond te breien. Ik heb al eerder gezegd: als het als Openbaar Ministerie niet wil betalen, geef dan maar door wat het kost, dan betaal ik het wel.’