In september 2022 maakt Jalal Et-Talabi 100 euro over van zijn eigen creditcardrekening naar zijn betaalrekening bij ING. Een administratieve handeling: eerder had hij zijn broer 100 euro voorgeschoten en nu hij het geld heeft teruggekregen, wil hij dat vastleggen in zijn boekhouding. Dat doet hij door de transactie te labelen als ‘100 euro cash Abdelhamid’ - de naam van zijn broer.
'Wie is die Abdelhamid?'
Dat het geld een week later nog steeds niet op zijn ING-rekening staat, valt hem in eerste instantie niet op. Dat ziet Jalal pas als er een brief van de ING bij hem op de mat valt waarin staat dat hij moet meewerken aan een klantonderzoek in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT).
In eerste instantie heeft Jalal geen idee waarom hij de brief krijgt. Maar dan ziet hij de naam van zijn broertje staan en de vraag van de bank om zijn volledige naam, woonplaats en geboortedatum met de bank te delen. Jalal: ‘De hoofdvraag was: wie is die Abdelhamid?’ Kan het zijn dat de bank hem alleen op basis van de voornaam van zijn broer verdenkt van terrorismefinanciering?