De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) hield tijdens de bloedige decennia van de Soeharto-dictatuur in Indonesië tientallen Indonesiërs in de gaten, die voor korte of langere tijd in Nederland verbleven. Informatie over deze mensen werd uitgewisseld met de CIA, de Britse geheime diensten MI5 en MI6 en de Duitse Bundesnachrichtendienst (BND). In een enkel geval werd ook informatie uitgewisseld met de Indonesische autoriteiten.

 Het gaat om vermeende communisten of om mensen die volgens de BVD contact onderhielden met communisten; mensen die in Indonesië moesten vrezen opgepakt, gemarteld en vermoord te worden. Dit blijkt uit uitgebreid archiefonderzoek van Argos en Het Parool in de ruim zeventigduizend BVD-persoonsdossiers, die eind 2022 door de AIVD, de opvolger van de BVD, werden overgedragen aan het Nationaal Archief.

Genocidaal geweld

Volgens genocide-experts en historici was er in Indonesië sprake van genocide of op zijn minst genocidaal geweld. Alleen al in de periode oktober 1965 tot april 1966 werden in het land minstens een half miljoen vermeende communisten vermoord en honderdduizenden gevangengezet. De moordpartijen werden uitgevoerd door het Indonesische leger of door milities die door het leger werden ondersteund. De CIA en de BND waren, ook dat blijkt uit het gezamenlijke onderzoek van Argos en Het Parool, actief betrokken bij de communistenjacht in Indonesië. De CIA verstrekte onder meer lijsten met duizenden namen van vermeende communisten aan het Soeharto-regime.

In de BVD-dossiers over de Amsterdamse hoogleraar en Indonesië-kenner W.F. Wertheim en de in ongenade gevallen Indonesische diplomaat Anek Hanafi, die voor het Sioeharto-regime op de vlucht was, zit bewijs dat gevoelige persoonlijke informatie door de BVD en de Nederlandse ambassade in Jakarta uitgewisseld werd met de Indonesische inlichtingendienst.

Een van de Indonesiërs die door de BVD in de gaten werden gehouden was Rachmad Koesoemobroto. Hij werd in 1965 in Indonesië opgepakt en zo’n vijftien jaar gevangengehouden. Na zijn vrijlating in 1981 vertelde hij over de omstandigheden van zijn gevangenschap – over honger, zware dwangarbeid, mishandelingen, vernederingen en schijnexecuties.

Verzetsheld Koesoemobroto

Koesoemobroto droeg de adellijke titel ‘Raden’. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog was hij vanuit het ouderlijk paleis op Java naar Nederland verhuisd om in Leiden rechten te gaan studeren. Al snel raakte hij betrokken bij het verzet tegen de Duitse bezetter. Hij hielp om Joodse kinderen te laten onderduiken. Na zijn vrijlating in 1981 kreeg hij in Nederland een buitengewoon pensioen 1940-45 voor verzetsdeelnemers. Postuum kreeg hij de onderscheiding Yad Vashem, de hoogste Joodse onderscheiding voor niet-Joden.

De houding van de BVD tegenover de communistejacht in Indonesië stond niet op zichzelf. Argos en Het Parool deden niet alleen onderzoek in de BVD-archieven, maar ook in vrijgegeven CIA-documenten, in Amerikaanse en Nederlandse diplomatieke rapportages en in de notulen van de Nederlandse Ministerraad.

Notulen Ministerraad

Uit een verslag van een gesprek dat een Amerikaanse diplomaat in september 1966 in New York heeft met de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns heeft, blijkt dat Luns op de hoogte is van de gigantische omvang van de moordpartijen in Indonesië en het aantal slachtoffers op dat moment schat op een miljoen. Toch wordt de strijd tegen het communisme belangrijker gevonden dan zorgen om de mensenrechten.

In diplomatiek verkeer tussen de Nederlandse ambassade in Jakarta en Den Haag wordt gesproken over de vraag hoe “op bedekte wijze hulp voor het Indonesische leger te organiseren”. Als in het voorjaar van 1966 bij Solo een overstromingsramp plaatsvindt, schrijft de Nederlandse ambassadeur “dat thans het moment is gekomen om een tastbaar bewijs van sympathie voor het nieuwe regime te geven. De overstromingsramp bij Solo biedt daarvoor een welkome aanleiding en kan als camouflage dienstdoen.” Er wordt 50.000 gulden steun gegeven, zo blijkt uit de notulen van de Ministerraad van 1 april 1966.

In de Ministerraadsnotulen van 5 november 1965 wordt een Nederlandse rijstlevering besproken. Ook de PvdA-minister van Economische Zaken en latere premier Joop den Uyl is een voorstander: “In de strijd tegen het communisme in Indonesië kan rijst een goed wapen zijn.”

Reactie AIVD

wederhoor

De AIVD reageert in een interview met Argos op de bevindingen. Het interview werd deze week namens de dienst gegeven door historicus Constant Hijzen, die vanaf 1 september in dienst treedt bij de AIVD als historisch adviseur. In eerste instantie noemt Hijzen de vraag of de BVD medeplichtig is geweest aan genocide “tendentieus”. Later in het interview zegt hij: “Daar kan je als journalist of als historicus en met de bril van nu echt je vraagtekens bij stellen: hoe goed is het dat dit gebeurde? (….) Als je hier verder in zou duiken dan zou ik dat delen van informatie preciezer in kaart moeten brengen. Ik zou dan echt meer zicht moeten krijgen op: wat gaat er precies, in wat voor soort vorm, naar wie en wanneer? Hijzen benadrukt dat er geen complete persoonsdossiers zijn gewisseld met andere diensten, alleen delen uit die dossiers. Ook zegt hij dat hij gedegen historisch onderzoek prefereert boven snelle morele oordelen.