Nederland voert een ander beleid dan bijvoorbeeld Duitsland, dat wel actief afreist naar Sinjar op zoek naar bewijzen voor betrokkenheid van Duitse uitreizigers. Vorig jaar werden voor het eerst twee aanhangers van IS in Duitsland veroordeeld wegens genocide op de Jezidi’s. Het ging om een stel, een Iraakse man en een Duitse vrouw die respectievelijk een levenslange en tien jaar gevangenisstraf opgelegd kregen. Deze week vaardigde de autoriteiten een arrestatiebevel uit tegen IS-verdachte Jalda A., een Duitse vrouw die beschuldigd wordt van medeplichtigheid aan de genocide op de Jezidi-bevolking. De hoop van Jezidi organisaties is dat andere Europese landen het voorbeeld van Duitsland volgen.
Martijn van de Beek benadrukt hoe belangrijk het is om te ‘denken in mogelijkheden’, in plaats van op te zien tegen obstakels. ‘Er is in die regio op dit moment een internationale militaire missie tegen IS. Daar zitten zelfs Nederlandse militairen bij, op die basis. Dat zijn redelijk veilige plekken om te zijn. Ik zie allemaal mogelijkheden om daar ter plaatse mensen te spreken. Maar je moet er wel voor durven gaan. Je moet een goed plan maken, goed je risico’s in kaart brengen en dan moet je gewoon wel dingen gaan dóen.’
Dat het TIM nogal stroef te werk gaat, kan in elk geval niet aan het aantal medewerkers liggen. Dat nam afgelopen jaren toe van 20 naar meer dan 43. Volgens Fred Teeven heeft dit niet geleid tot meer daadkracht. ‘Als je het aantal formatieplaatsen afzet tegen het aantal gelukte veroordelingen, dan is dat een mager resultaat. Daar hoef je niet voor doorgeleerd te hebben, om die optelsom te maken.’
Complexer dan vroeger zijn de zaken evenmin, zegt Teeven. Dus wat is er dan aan de hand? ‘Tja, wat er aan de hand is… Ik denk niet dat er sprake is van onwil. Maar je moet als team wel naar vóren gaan. Opsporingsonderzoeken komen niet tot een positief resultaat als je achterovergeleund op je stoel blijft zitten en niet bereid bent om ergens naartoe te gaan. Als je denkt dat je alles vanachter je bureau kunt doen. Dat gaat niet.
‘Bij dit soort misdrijven moet je ter plaatse onderzoek doen. Je moet naar voren durven gaan. Je moet soms diplomatieke confrontaties aangaan. Je moet ambassadeurs, Néderlandse ambassadeurs, trotseren die zeggen dat jouw werk het Nederlandse belang in gevaar kan brengen. Daar moet je allemaal een beetje omheen, doorheen, langsheen zien te komen. Meepraten, overtuigen, creatieve oplossingen verzinnen. Kánsrijke zaken creëren. En als je kansrijke zaken creëert, dan krijg je veroordelingen. En als je veroordelingen krijgt, dan gaat de zaak vliegen. Het is dus meer een kwestie van gewoon doen, dan dat je aan de voorkant allerlei redenen gaat zitten bedenken waarom het niet kan.’