Het CIZ, dat jaarlijks 140.000 zorgaanvragen beoordeelt van mensen met een chronische ziekte of een beperking, nam deze besluiten in de eerste helft van 2022 op basis van ‘onvolledig of onjuist onderzoek’, blijkt uit interne stukken. De instantie schermt in rapporten met een succespercentage van 98 procent, maar haalt dat in werkelijkheid niet.
Hoeveel mensen in de eerste helft van 2022 door onvolledig of onjuist onderzoek zorg is ontzegd, of hoeveel mensen juist ten onrechte zorg kregen, is onduidelijk. Het CIZ, dat onafhankelijk van VWS opereert en worstelt met personeelsproblemen, onderzoekt de fouten niet verder, noch worden de zorgvragers die het betreft geïnformeerd. De gevolgen van een verkeerd besluit kunnen ingrijpend zijn. De budgetten die het CIZ toezegt, variëren van twintigduizend tot ruim een ton per jaar en gelden vaak voor de rest van het leven. In 2021 kostte de langdurige zorg circa 27 miljard euro.
Juridisch expert en hoogleraar gezondheidsrecht Jaap Sijmons (Universiteit Utrecht) zegt dat het de wettelijke plicht van het CIZ is om goed onderzoek te doen. “Als het onderzoek niet volledig blijkt, dan moet je dat onderzoek afmaken en zo nodig het besluit herzien”, zegt Sijmons. “Je kunt het nooit laten bij een driekwart besluit. Dat is niet conform de Wet langdurige zorg.”
In jaarverslagen en rapportages aan het ministerie schermt het CIZ met ‘succespercentages’ van 98 procent; medewerkers zouden bij de beoordeling van aanvragen dus nauwelijks fouten maken. Uit onderzoek van Platform Investico in samenwerking met Trouw, De Groene Amsterdammer en radioprogramma Argos, blijkt dat het CIZ in werkelijkheid dit percentage alleen op papier haalt. Want de dossiers met het stempel ‘onvolledig of onjuist onderzoek’ laat het CIZ bij dat hoge percentage buiten beschouwing, staat in interne documenten. Bovendien wordt het succes slechts aan twee criteria getoetst: de toegang tot de Wet langdurige zorg en het toegekend budget.
Maar voor intern gebruik meet het CIZ de kwaliteit aan de hand van meer criteria, zes in totaal. Zo wordt bijvoorbeeld meegewogen of CIZ-medewerkers hun besluit op de aanvraag goed motiveren. Tel je daar de dossiers ‘onvolledig of onjuist onderzoek’ bij op, dan kukelt het succespercentage van 98 naar tussen de zeventig à tachtig procent, zo blijkt uit de stukken. Hoogleraar Gezondheidsrecht Jaap Sijmons noemt dit verontrustend. “Het gaat om heel veel aanvragen per jaar, dus met een aantal procenten verschil zit je al aan best een behoorlijk aantal mensen om wie dit gaat.”
Fonda Sahla, Tweede Kamerlid voor D66 noemt het een ‘zorgelijk signaal’ als ‘het proces niet verloopt als het zou moeten’. ‘Het is ontzettend belangrijk dat het patiëntenbelang voorop staat. Dit zijn de meest kwetsbare mensen die afhankelijk zijn van zorg, zij horen een zorgvuldig proces te krijgen’, reageert ze. ‘Het baart me zorgen dat het personeel onder grote druk staat en het verzuim en verloop groot is’. Het Kamerlid gaat minister Helder vragen om de uitvoering te verbeteren. ‘Ik wil graag van haar weten hoe ze het CIZ beter kan faciliteren om dit proces zorgvuldig uit te voeren.’
Het CIZ erkent in een reactie dat er meer fouten worden gemaakt dan het percentage van 98 procent doet vermoeden. Ook bevestigt ze dat er niet verder wordt onderzocht of mensen onterecht wel of geen zorgbudget hebben gekregen. De gemaakte fouten worden ‘besproken in de teams en vormen input voor het leerproces’, aldus een woordvoerder.
Het CIZ is een zelfstandig bestuursorgaan dat onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport valt, dat eigenaar en toezichthouder is. Het ministerie zegt in een reactie dat het CIZ haar ‘op de hoogte moet houden van eventuele problemen die zich voordoen in de uitvoering van haar taak’. Het ministerie geeft geen antwoord op de vraag of ze op de hoogte is van de wijze waarop CIZ tot de 98 procent komt.