De afgelopen dagen zijn er crisisbesprekingen bij ontwikkelingsbank FMO geweest over het vertrek van CEO Peter van Mierlo na klachten over intimidatie. Afdelingen hebben intern grote zorgen geuit en per mail vele tientallen vragen gesteld aan de overgebleven leden van de raad van bestuur. Er is ontevredenheid over de manier waarop met incidenten is omgegaan. Woensdag was er een zogeheten all staff meeting, voor alle medewerkers. Tijdens de online bijeenkomst hield een hooggeplaatste FMO’er het zelfs niet droog, zo hoog liepen de emoties op.
Argos en de Volkskrant publiceerden vorige week over misstanden bij FMO. Uit gesprekken met medewerkers en inzage in documenten rijst het beeld op van een top die medewerkers heeft gekleineerd, geïntimideerd en weggewerkt. Er was sprake van een reeks voorvallen. Van Mierlo stond hierin centraal, maar ook anderen speelden een rol of keken weg. Met als gevolg dat personeel nauwelijks tegenspraak durfde te geven of misstanden aan kon kaarten.
CEO Van Mierlo stapte donderdag plotseling op. Formeel omdat er ‘discussie was ontstaan over de wijze van aansturing van de transformatie’ van FMO en hij het veranderproces van de bank ‘niet in de weg wil staan’.
In werkelijkheid was duidelijk geworden dat een officiële klacht over intimidatie tegen Van Mierlo gegrond zou worden verklaard. Dat bericht bereikte afgelopen week de raad van commissarissen en de betrokken ministers Wopke Hoekstra (Financiën) en Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel). FMO, de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden met ongeveer zevenhonderd werknemers, is voor 51 procent in handen van de Staat. In combinatie met de naderende publicaties van Argos en de Volkskrant bracht dit het vertrek van Van Mierlo in een stroomversnelling.