Toen de Britten in 1982 zegevierden in de Falkland-oorlog, steeg de populariteit van premier Margaret Thatcher tot ongekende hoogten, terwijl het verlies het einde inluidde van de Argentijnse junta. Dat was wellicht heel anders gelopen als Britse spionnen niet stiekem hadden kunnen meeluisteren met de interne communicatie van de vijand.
Zo staat het althans te lezen in een interne CIA-evaluatie van Operatie Rubicon. Boven iedere pagina van het vuistdikke rapport staat ‘Top Secret’ en de Amerikaanse inlichtingendienst, niet gehinderd door al te veel bescheidenheid, noemt de wereldomspannende operatie de ‘inlichtingen-coup van de eeuw’. De Duitse collega’s van Bundesnachrichtendienst (BND), die ook meededen aan de uiterst geheime samenwerking, betitelden het in een eigen terugblik ‘zonder te overdrijven (…) één van de meest succesvolle inlichtingenoperaties sinds de Tweede Wereldoorlog.’
Tot vandaag was voor de buitenwereld onbekend dat deze twee diensten tussen 1970 en 1993, samen met de Amerikaanse afluisterorganisatie NSA, op grote schaal meeluisterden met versleutelde communicatie van overheden in tientallen landen. Het leidde tot een belangrijke informatiepositie tijdens tal van invloedrijke momenten uit de geschiedenis, van de militaire coup in Chili tot het Camp David-akkoord tussen Israël en Egypte. En dus ook de Falkland-oorlog. Daarbij zou ‘Rubicon’ soms zelfs de loop der dingen hebben bepaald, beweren de auteurs in de evaluatierapporten.