Onlangs trok de Oostenrijkse immigratiedienst de verblijfsvergunning van een 46-jarige Syrische vluchtelinge in, omdat de situatie in haar regio weer stabiel zou zijn. Volgens Strik is dat niet uniek: “Ook Denemarken verklaarde enige tijd geleden delen van Damascus weer als veilig, in Zweden krijgen nieuwe aanvragers niet meer automatisch bescherming.”
Volgens Korlaar is de situatie in Syrië nog lang niet duurzaam stabiel om over terugkeer te praten: “De situatie in Syrie is wel verbeterd maar voor stabiele terugkeer moet volgens de UNHCR aan een aantal randvoorwaarden zijn voldaan zoals de vraag of er huizen zijn, en of er toegang is tot wederopbouwfondsen, onderwijs, drinkwater en gezondheidszorg.”
Strik en Korlaar pleitten in Argos voor een andere benadering van het vraagstuk of Syrische vluchtelingen terug moeten of niet. Strik: “In de jaren 90 kende Nederland een regeling waarbij Bosnische vluchtelingen tijdelijk terug konden om de situatie ter plekke te bekijken zonder hun bescherming in Nederland te verliezen, dat zou op termijn ook een oplossing voor de Syrische vluchtelingen in heel Europa kunnen zijn.” Volgens Korlaar werkt de UNHCR ook met dergelijke “go and look” programma’s voor mensen in de VN-vluchtelingenkampen: “Een van de ouders kan dan bijvoorbeeld tijdelijk teruggaan om de situatie te bekijken, waarna ze zelf een besluit kunnen nemen. Je moet het zorgvuldig regelen en afspreken, maar het werkt in principe goed.”
Deze week informeert het Kabinet de Tweede Kamer over haar beleid ten aanzien van Syrië. Volgens Europarlementariër Strik kan er van terugkeer van de Syrische vluchtelingen in Europa nog lang geen sprake zijn: “Het land is volledig kapot, 70% van de bevolking leeft onder de armoedegrens en 6,5 miljoen mensen zijn ontheemd. Die mensen moeten als eerste geholpen worden, dan de mensen in de regio die in de buurlanden geen enkel perspectief hebben. Het handjevol Syrische vluchtelingen in Europa zijn wat mij betreft het laatst aan de beurt om terug te gaan.” Strik gaat de Europese Commissie vragen om beter toezicht te houden op het terugkeerbeleid van de verschillende EU-landen: “De afspraak is dat we pas over terugkeer praten wanneer er sprake is van een duurzame stabiele situatie. De commissie moet wat dat betreft de vinger aan de pols houden.”