Tegen twee leidinggevenden bij de inlichtingendienst van de politie loopt een disciplinair onderzoek wegens vermoeden van plichtsverzuim.

Het gaat om het Team Criminele Inlichtingen (TCI), onderdeel van de Landelijke Eenheid, dat zich bezighoudt met de bestrijding van georganiseerde misdaad. Dit blijkt uit onderzoek van radioprogramma Argos (VPRO/Human).

Het onderzoek volgt op een klacht van veertien teamleden. Ze storen zich onder meer aan de manier van leidinggeven en spreken van een verziekte werksfeer. In totaal lopen er disciplinaire onderzoeken naar drie mensen van het TCI. Deze heimelijk opererende en afgeschermde afdeling spreekt met informanten die kennis hebben over criminele organisaties of hier zelf inzitten. De politie heeft het bestaan van de onderzoeken bevestigd.

Uit gesprekken met politiebronnen en inzage in interne documenten blijkt dat er bij het TCI al langere tijd problemen zijn. Leidinggevenden zouden volgens hen misstanden hebben afgedekt en elkaar de hand boven het hoofd hebben gehouden. Klachten zijn niet opgepakt en problemen niet opgelost, met verstoorde verhoudingen en wantrouwen tot gevolg. Ook is er melding gedaan van het opzettelijk zoekmaken van officiële stukken, blijkt uit documenten die Argos heeft ingezien.

De problemen hebben volgens politiebronnen gevolgen voor het functioneren van het TCI. Inlichtingenmedewerker zouden vanwege onderling wantrouwen niet meer alle tips van informanten durven te delen met het eigen team.

Discriminatie

Klachten van enkele jaren geleden gaan onder meer over racistische opmerkingen. Een teamchef van het TCI zei tegen een medewerker: ‘Begrijp je me niet omdat je een Turk bent?’. Dezelfde chef zou tijdens een interne presentatie hebben gezegd: ‘Alle Marokkanen moeten naar hun eigen land oprotten.’ Hierbij waren Marokkaans-Nederlandse politiemensen aanwezig die onder zijn leiding vielen. Dit soort ongewenst gedrag had volgens de melder een structureel karakter. 

Juist meldingen over racistische uitspraken liggen gevoelig. Het TCI voert operaties uit in criminele milieus, met Turkse en Marokkaanse hoofdrolspelers. Politiemedewerkers en informanten hebben daarom geregeld ook een Nederlands-Marokkaanse of Nederlands-Turkse achtergrond. 

Ook in 2015 werd melding gemaakt van ‘ernstig gebrek aan leiderschap’ op de afdeling. Goede en ervaren medewerkers zouden hierdoor zijn vertrokken, terwijl nieuwe mensen het zeer gevoelige inlichtingenwerk moesten doen met onvoldoende begeleiding. 

Telefoon

Volgens deze melding heeft slecht leiderschap meerdere keren geleid tot problemen bij inlichtingenoperaties en zelfs tot gevaar voor de levens van politiemensen en informanten. Een politiebron vertelt Argos dat in één geval een telefoon die aan een informant was gegeven, niet goed was geprepareerd. Criminelen zouden erachter zijn gekomen dat er berichten van de politie op stonden. De man is later door geweld om het leven gekomen. 

‘Fouten worden er altijd gemaakt. Alleen bestaat hier de pijn eruit dat de leiding er geen lering uit wil trekken. Er wordt niet over gesproken. Er wordt weg gekeken. Er heerst een doofpotcultuur. En dat leidt tot spanningen. Niet alleen binnen het TCI zelf, ook in de leiding daarboven’, zegt een politiebron. 

Chef Henk Bril van de Dienst Landelijke Informatieorganisatie (DLIO), waar het TCI onder valt, erkent dat er onder andere twee gevallen zijn onderzocht van doden waarbij het TCI mogelijk een rol heeft gespeeld. Volgens Bril is uit het onderzoek ‘op geen enkele wijze gebleken van verwijtbaar gedrag door mensen van onze dienst, of dat er iets fout is gegaan door toedoen van onze dienst’. 

Racistische opmerkingen zijn volgens hem geen onderdeel van de huidige disciplinaire onderzoeken. Hij bevestigt wel dat er vijf jaar geleden een zaak heeft gespeeld. Die zaak is volgens hem uitgezocht en na behandeling uitgesproken met klager en beklaagde. Bril noemt het ‘een onhandige uitspraak die verkeerd is geïnterpreteerd’. Aanvankelijk zegt hij 'niet aan te slaan' op de Marokkanen-uitspraak van de TCI-chef, maar daarna zegt hij dat ook dit voorval met alle betrokkenen is uitgesproken.

Bril wil na de groepsmelding niet spreken van onderling wantrouwen. In tegenstelling tot wat de bronnen van Argos zeggen, stelt hij dat de kwaliteit van het werk er niet onder lijdt. ‘Ongetwijfeld zal de productie er wel iets onder geleden hebben, maar over de hele linie is het werk doorgegaan. We herkennen en erkennen de signalen over de werksfeer binnen een deel van de afdeling TCI en we nemen deze geluiden serieus’, laat Bril weten. ‘Ondanks de spanning die een dergelijk onderzoek met zich meebrengt is de afdeling door blijven draaien.’  

Cultuurproblemen

Bril erkent dat er cultuurproblemen zijn. ‘Wij vinden wel dat we een traject moeten starten dat te maken heeft met de effecten die langdurig afgeschermd werken heeft op de cultuur van de afdeling.' Van een cultuur van afdekken, waar hij zelf ook een rol in zou spelen, is volgens hem geen sprake. ‘Dat werp ik verre van me.’ 

De discussie over de cultuur bij de politie in Nederland speelt al langer, maar is dit jaar een paar keer in alle hevigheid opgelaaid. Er was de conclusie dat er op bureau Hoefkade in de Haagse Schilderswijk een ongezonde cultuur heeft geheerst, waarbij leidinggevenden niet ingrepen. De Leidse teamchef Fatima Aboulouafa beklaagde zich openlijk over discriminatie en machtsmisbruik, maar werd naar huis gestuurd omdat er een onwerkbare situatie zou zijn ontstaan. Politiecoach Carel Broers stapte op omdat hij zich niet gehoord voelde en schreef een brandbrief. Hij zegt dat hij ernstige misstanden heeft gemeld, maar dat deze berichten zijn genegeerd. ‘Er heerst in de top een afdekcultuur. Er gebeurt niets tegen homohaat, moslimfobie en intimidatie van vrouwen. Iedereen die diverser, wijzer en intelligenter is dan de zittende top wordt systematisch beschadigd.’

Heeft u tips of opmerkingen over deze kwestie? U kunt ons mailen.