De ombudsman concludeert voorts dat ‘qua professionaliteit van het afwegingsproces er zelden zo uitgebreid in woord en geschrift geargumenteerd zal zijn over de journalistieke keuzes. Lang blijft dat zeer collegiaal en professioneel.’ Ze constateert wel dat de wijze waarop het programma tot stand komt minder professioneel is dan bij Argos gebruikelijk. De ombudsman bepleit een heldere scheiding tussen de verantwoordelijkheid van de maker en die van de eindredacteur. De hoofdredactie van de VPRO deelt die mening en ziet erop toe dat deze scheiding in de toekomst beter gehandhaafd wordt.
De hoofdredactie van de VPRO heeft mede op verzoek van de redactie van Argos in februari 2018 de ombudsman gevraagd een onderzoek te doen. Dat zou zich moeten richten op de vraag of Argos op professionele en integere wijze onderzoek heeft gedaan naar en verslag heeft gedaan van de gang van zaken rond het mislukken van het beruchte fotorolletje van Srebrenica. Het ging om de journalistieke afwegingen die gemaakt zijn voor de complete Argos-berichtgeving over dit fotorolletje, en specifiek voor de uitzendingen van 13 juni 2015 en 11 december 1998.
De aanleiding voor dit verzoek was het vonnis van de kantonrechter in de rechtszaak over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met Stefan Heijdendael. De rechter zegt expliciet dat hij geen oordeel velt over het journalistieke meningsverschil dat ten grondslag ligt aan de verstoorde arbeidsrelatie met Heijdendael. Met dit vonnis van de kantonrechter en de mediaberichtgeving erover kan twijfel rijzen over de journalistieke kwaliteit en integriteit van Argos. De Argos-redactie wilde laten onderzoeken of die twijfel in dit geval terecht of onterecht was.