In januari 2013 ging het schip Franz Schulte voor anker, pal voor de kust van Scheveningen. Het schip komt uit Kaliningrad en bevat 6.000 ton nafta, een benzineproduct uit een raffinaderij uit Tartarstan. De brandstof heeft een extreem hoog zwavelgehalte. Veel hoger dan de koper, het Zwitsers/Russische bedrijf IPCO, bij aankoop wist. IPCO Trading heeft dan maandenlang met de nafta geleurd maar slaagt er niet in het goedje kwijt te raken. Ook de raffinaderij in Tartarstan wil het niet terugnemen.
Een “noodsituatie”, zegt directer Henk Köpp van het bedrijf MarTest dat in opdracht van IPCO de nafta op het schip ging bewerken met natriumhydroxide (caustic soda, een soort gootsteenontstopper). Dat is hetzelfde proces dat in 2006 plaatsvond op het schip Probo Koala, van grondstoffenhandelaar Trafigura. Het afval van die bewerking leidde toen tot een milieuramp in Abidjan in Ivoorkust. Dát heeft de ILT deze keer weten te voorkomen. Het afval is onder toezicht van de ILT verwerkt bij het bedrijf ATM in Moerdijk. Maar het industriële proces kon onder de ogen van de autoriteiten gewoon doorgaan.
Daarbij ontstond volgens bronnen van Argos en Investico een levensgevaarlijke situatie. Dat was toen de operators aan boord overging tot een zogeheten “droge wassing”, nadat de “natte wassing” met water niet voldoende opleverde. Daarbij liepen de filters vast en nam de druk toe. Eén vonk had daarbij tot een grote explosie kunnen leiden.
Universitair Hoofddocent Michiel Makkee van de TU Delft zegt dat in dit geval “mannen in maanpakjes” heel voorzichtig aan het werk hadden gemoeten. “Als dat aan wal gebeurt huur je een speciaal bedrijf in om de situatie op te lossen.”, aldus Makkee. Bij de aanpak als op de Franz Schulte riskeer je “de boel op te blazen”.
Het Openbaar Ministerie heeft IPCO gedagvaard en verdenkt het bedrijf van het importeren van gevaarlijk chemisch afval naar Nederland zonder dat te melden. Ook de wassing op het schip was volgens justitie illegaal. “Een dergelijk proces zou, als het op land gebeurt, vallen onder de BRZO”, de regelgeving voor gevaarlijke chemische bedrijven. Dat zegt directeur Nieuweboer van de ILT. Maar op zee is het proces volgens hem pas verboden vanaf 1 januari 2014. Daarom greep de dienst volgens hem niet in.
De inspectiediensten hadden wel een mogelijkheid om in te grijpen. Tijdens de “wassing” is het schip op 1 februari naar Rotterdam gevaren om drinkwater en nieuwe natriumhydroxide in te nemen. De ILT is toen aan boord geweest maar liet het schip de haven weer verlaten om het proces af te maken, verklaren woordvoerders van IPCO, Martest en Bernard Schulte Shipmanagement, de eigenaar van de Franz Schulte, onafhankelijk van elkaar tegen Argos en Investico.
ILT-directeur Nieuweboer ontkent dat zijn inspecteurs dat hebben toegestaan. “Ik kan me niet voorstellen dat mijn inspecteurs zoiets dubbelhartigs zouden hebben uitgevoerd”, zegt hij. Deze week liet de ILT weten dat het misschien toch heeft ingestemd met het afmaken van het chemische proces op de Franz Schulte: “Er kan gezegd zijn dat het proces afgemaakt mocht worden op zee want het was ook niet verboden. Dat is het pas sinds januari 2014.”
In Argos reageert GroenLinks Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren op de rol van de inspectie.