Luister de uitzending hier.
Mogelijk 38 gesubsidieerde onderzoeken komen uit de koker van leden van de programmacommissies die de aanvragen beoordelen. Met deze projecten is miljoenen aan subsidiegeld gemoeid.
Argos baseert zich op het ZonMw-jaarverslag 2016, waarin bijna honderd subsidieprogramma’s staan vermeld. Deze programma’s werden vergeleken met informatie uit de rapportages van programmasites van ZonMw, de website en andere openbare bronnen.
De Algemene wet bestuursrecht verbiedt dat commissieleden die oordelen over subsidieaanvragen, zelf ook meedingen naar het beschikbare subsidiegeld. Dit volgt onder meer uit een uitspraak van de Raad van State uit 2010 in een soortgelijke kwestie in de cultuursector. Volgens de rechter is in zo’n geval sprake van (schijn van) belangenverstrengeling.
ZonMw wekte afgelopen weken de indruk dat de belangenverstrengeling beperkt is gebleven tot een enkele casus uit 2015. Deze zaak kwam twee weken geleden aan het licht, toen Argos berichtte over een subsidieronde van het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen. Zeven van de zeventien commissieleden hadden een eigen aanvraag ingediend. Een van de beoordelaars deed zelfs mee met vijf eigen projectvoorstellen.
In de betreffende ronde was zes miljoen euro subsidie beschikbaar. Vier van de gehonoreerde projecten waren van de beoordelaars zelf. De beroepscommissie van ZonMw achtte de handelswijze in strijd met de wet en besloot dat de aanvraag van de wetenschapper die bezwaar had gemaakt, opnieuw moest worden beoordeeld. ZonMw liet de overige aanvragers in het ongewisse over de gang van zaken.
Minister Schippers (VWS), die jaarlijks ruim 120 miljoen euro via ZonMw beschikbaar stelt voor medisch wetenschappelijk onderzoek, wil nu het naadje van de kous weten. Zij heeft ZonMw opdracht gegeven tot een zogeheten feitenrelaas. Daaruit moet onder meer duidelijk worden of deze (schijn van) belangenverstrengeling vaker is voorgekomen.
Van de 38 gesubsidieerde projecten waarbij de hoofdaanvrager tevens op de ledenlijst van de programmacommissie stond, zijn er 12 begonnen na 2015. ZonMw verklaarde eerder haar werkwijze juist te hebben aangepast na de beroepszaak uit 2015; commissieleden mogen sindsdien geen eigen aanvraag meer indienen.
ZonMw wil niet op ingaan op de bevindingen, maar wijst er in het algemeen op dat een aanvraag uit 2016 een halfjaar eerder kan zijn gehonoreerd, dat wil zeggen: vóórdat ZonMw de regels strenger ging naleven. Ook zegt de organisatie dat niet altijd alle commissieleden die op de ZonMw-website worden genoemd, bij alle subsidierondes betrokken zijn.
Mogelijk vormen de 38 zaken het topje van de ijsberg. Argos onderzocht tot dusver alleen het jaarverslag van 2016, terwijl ZonMw de onwettige werkwijze al toestond sinds 2010. Bovendien blijken beoordelende commissieleden ook op andere manieren bij de subsidieaanvragen betrokken te zijn geweest. Zo ontving een wetenschapper een onderzoeksbeurs van een beoordelingscommissie waarin de eigen partner zitting had.
De 38 projecten komen voor in 10 verschillende subsidieprogramma’s. In 2016 liepen in totaal 98 van deze programma’s. Bij meer dan de helft (53 programma’s) is niet vast te stellen hoe de vork in de steel zit, bijvoorbeeld omdat onduidelijk is wie de leden van de beoordelingscommissie zijn. Van de 45 overige programma’s zijn er 28 ‘clean’. Bij 7 programma’s waren er geen subsidierondes of was het programma al langer afgesloten.
De kwestie heeft in wetenschappelijke kringen grote beroering veroorzaakt. ZonMw wil niet op de zaak in gaan en wijst erop dat eerst de minister moet worden geïnformeerd. Ook NWO, de grote broer van ZonMw, wil niet reageren en noemt het onderwerp ‘te delicaat’.
Wetenschappers lijken verdeeld over de kwestie. Een deel is boos dat ZonMw dit ongestraft heeft laten gebeuren en vraagt zich af of de toekenning van subsidie nog wel op een eerlijke manier gebeurt. Anderen zijn verbaasd dat de werkwijze van ZonMw kennelijk illegaal is.
ZonMw gaf beoordelaars al sinds 2010 de mogelijkheid om een eigen subsidieaanvraag in te dienen. Ze ging ervan uit dat het afdoende was om de zaal te verlaten zodra die aanvraag ter sprake kwam. Ten onrechte: in 2010 bepaalde de Raad van State in een vergelijkbare zaak dat deze maatregel niet ver genoeg gaat, omdat commissieleden in dat geval nog steeds kunnen meebeslissen over de subsidieaanvraag van hun directe concurrenten. Verscheidene betrokkenen vrezen dat de beoordeling van onderzoeksprojecten onder deze strenge regels ondoenlijk wordt.