Uit onderzoek van Argos blijkt dat overheidsorganisaties niet-geregistreerde tolken inzetten bij zwaarwegende procedures. Dit terwijl er sinds 2009 een wet van kracht is die bepaalt dat er uitsluitend met officieel geregistreerde en beëdigde tolken mag worden gewerkt. Het niet naleven van deze wettelijke eis kan verstrekkende gevolgen hebben voor de betrokkenen.

De tolkenwet

In 2009 wordt de Wbtv, de Wet beëdigde tolken en vertalers, aangenomen. Hierin wordt vastgelegd dat overheidsorganisaties alleen nog officieel geregistreerde en beëdigde tolken mogen inzetten. Een verdachte in een strafzaak die geen Nederlands verstaat, of een asielzoeker die zijn vluchtverhaal neerlegt bij de IND, heeft dus recht op zo’n gekwalificeerde en beëdigde tolk.

Er wordt een officieel tolkenregister opgericht waar tolken die aan de kwaliteitscriteria voldoen zijn ingeschreven, dit is de eerste pijler van de tolkenwet. De tweede pijler is een afnameplicht voor politie- en justitiediensten om van tolken en vertalers uit dit register gebruik te maken. De afnameplicht geldt ook voor rechtbanken. Als dit niet mogelijk is of als het om een spoedgeval gaat, moet dit schriftelijk worden gemotiveerd.

Toch wordt er, zeven jaar na de invoering van de tolkenwet door de genoemde overheidsinstellingen - zonder opgave van reden - gebruik gemaakt van tolken die niet in het register zijn opgenomen.

Tolkenregister

Uit het onderzoek van Argos blijkt verassend genoeg dat de IND, de immigratie- en naturalisatiedienst, die toch wel het meest gebruik maakt van tolken, niet alle beschikbare registertolken in haar eigen tolkenbestand heeft opgenomen. Dit geldt onder meer voor tolken in het Macedonisch, Somali, Algerijns, Vietnamees, Hongaars en Chinees. En uit de cijfers blijkt, dat de IND in een derde van de gesprekken in deze talen terugvalt op tolken die níet in het officiële register staan. Terwijl deze dus wel voorhanden zijn. De IND geeft als motivatie voor haar gebrekkige tolkenlijst, dat niet alle tolken voor de IND willen werken.

De inzet van een niet-registertolk die mogelijk onvoldoende kennis heeft van de betreffende taal kan funest zijn voor de asielprocedure.

Vakantieturks

In het geval van de politie, vertelt strafrechtadvocaat Ruud van Boom over een zaak waarbij hij met succes in hoger beroep ging na inzet van een niet-registertolk. Een Turkse jongen moest een verklaring geven op het politiebureau, maar omdat er geen tolk voorhanden was, werd aan zijn Nederlandse schoonmoeder gevraagd of zij wilde tolken. “Achteraf bleek dat haar kennis van de Turkse taal niet veel verder ging dan vakantieturks,” aldus Van Boom. Hierdoor wordt de verklaring uiteindelijk nietig verklaard door de rechtbank.

Naast dit voorbeeld van de inzet van een onofficiële tolk, blijkt uit interne documenten dat de officiële tolk soms slechts kort aan bod komt bij politieprocedures. Ná gebruik van een onbeëdigde tolk. Zo meldt een tolk in april 2015: “Ik word de laatste tijd steeds vaker gebeld om alleen het PV (Proces Verbaal red.) van een politieverhoor te vertalen. De politie heeft dan zelf de verdachte verhoord of gebruik gemaakt van een onbeëdigde tolk. Ze bellen mij dan om gebruikt te mogen maken van mijn registratienummer.”

Database

Dan zijn er nog de rechtbanken. Je zou zeggen dat de instantie die de wet moet handhaven deze zelf ook zeer precies naleeft. Om dit na te gaan heeft Argos met behulp van data van Stephan Okhuijsen van Datagraver.com een uitgebreide database aangelegd met daarin alle vonnissen die in 2015 gepubliceerd zijn op de website Rechtspraak.nl en waarbij een tolk is ingezet. Alle zaken waar de tolkenwet niet voor geldt zijn weer uit deze lijst verwijderd. Wat blijkt? In 12 procent van de relevante rechtszaken is zonder toelichting een niet-registertolk ingezet, in een taal die wel voorkomt in het register.

Dat de tolkenwet niet goed wordt nageleefd door deze overheidsinstanties is zorgelijk. Want de inzet van een tolk die onvoldoende kennis heeft van de betreffende taal kan zeer schadelijk uitpakken voor de asielzoeker of verdachte persoon in kwestie. Zo weet ook Sharon Gesthuizen, kamerlid voor de SP, die reageert in de uitzending: “Blijkbaar denkt men dat men boven de wet staat, maar dat is natuurlijk absoluut niet het geval. Zeker niet omdat er heel terecht wordt geconstateerd in deze uitzending, en ik heb het helaas weleens van dichtbij zien gebeuren, dat een slechte tolk echt funest kan zijn voor een goede rechtsgang.”

Luister hier de Argos uitzending over het onderschatte tolkenprobleem terug: