Antwoord Minister Schippers op kamervragen SP calamiteit Tergooi-ziekenhuis
Rogier, een jongen van 21 jaar, gaat op maandagmiddag 3 november 2014 met pijn op de borst naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis Tergooi in Blaricum. Hij wordt daarna opgenomen op de andere locatie van Tergooi, in Hilversum. Die nacht overlijdt Rogier, onverwacht. Hij lag niet aan de monitor, er was geen diagnose en hij is niet gezien door een specialist. Het Tergooi vindt het overlijden van Rogier geen calamiteit en heeft het daarom niet gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Deskundigen concluderen in het NPO Radio1-programma Argos dat hier wel sprake is van een calamiteit.
Kamerleden Leijten en Van Gerven (SP) stelden een aantal vragen aan minister Schippers van Volksgezondheid over het niet melden van de calamiteit en het mogelijk betalen van zwijggeld aan nabestaande(n) door het Tergooi Ziekenhuis.
Minister Schippers geeft niet echt antwoord op de vragen en houdt het bij algemene formuleringen.
De belangrijkste vraag of er sprake was van zwijggeld is niet beantwoord.
Wel meldt de Minister dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) na de uitzending van Argos de Raad van Bestuur van het Tergooi ziekenhuis heeft gevraagd de overeenkomst aan de IGZ te geven.
De IGZ bekijkt nu of een dergelijke overeenkomst is toegestaan.
Minister Schippers meldt verder dat in de periode 2010-2015 de IGZ 36 bestuurlijke maatregelen heeft opgelegd aan ziekenhuizen voor het niet-meteen melden van calamiteiten.
Het niet meteen melden van een calamiteit is een overtreding van de wet die bestuurlijk of strafrechtelijk kan worden gesanctioneerd.