Minister Timmermans erkent dat er “verschillen zijn in de nationale beroepsprocedures bij visumzaken.” Dat zegt hij deze week in een brief aan de Nationale Ombudsman. Hij schrijft verder “Ik concludeer dat ik als minister daarin geen verandering kan aanbrengen.” Het gaat om Europese regelgeving.
Vanwege bezuinigingen op het postennetwerk wordt de aanvraag voor een visum voor Nederland steeds vaker uitbesteed aan een ander Schengenland. “Vanwege budgettaire beperkingen kunnen we niet alles meer doen”, schrijft Timmermans.
De Ombudsman is teleurgesteld over het antwoord van minister Timmermans. “In het antwoord van toenmalig minister Rosenthal op de vragen van Kamerlid Timmermans werd nota bene uitdrukkelijk op de mogelijkheid gewezen om een visumaanvraag in te dienen bij een naburige Nederlandse post. Waarom het dan niet mogelijk is een visumaanvraag in te dienen bij een Nederlandse post, als die in het betrokken land wél aanwezig is, begrijp ik niet.” Dat schrijft hij deze week in een brief aan de minister die vandaag openbaar is gemaakt.
Argos en De Groene Amsterdammer onderzochten de moeilijkheden die mensen uit niet-Europese landen ondervinden bij het aanvragen van een toeristenvisum.
Nederland heeft de visumverlening in een groot aantal landen uitbesteed aan andere Europese landen. De inmiddels tot Nederlander genaturaliseerde Bola
Akinrolabu wilde vorig jaar zijn moeder, de oma van zijn twee kinderen, naar Nederland laten komen, samen met zijn broer. Het visumverzoek in Nigeria moest worden ingediend bij de Frans ambassade. Toen het verzoek werd afgewezen bleek dat Akinrolabu alleen in het Frans, met behulp van een Franse advocaat, in beroep kon gaan. De Nationale ombudsman onderzocht de zaak. Hij ontving meerdere klachten over deze procedure en schreef daarover aan minister Timmermans in oktober vorig jaar.
Het Tweede Kamerlid Frans Timmermans stelde daarover in oktober 2012 Kamervragen aan toenmalig minister Rosenthal. “Deelt u de mening dat dit naast een praktische en bureaucratische belemmering, een enorme juridische belemmering vormt om tegen een afwijzing te procederen” en “Hoe verhoudt zich dat tot artikel 6 van de EVRM, dat bepaalt dat mensen recht hebben op een eerlijk proces?”
Maar minister Timmermans antwoordde de Ombudsman in december 2013. “De bezuinigingen op het postennet (…) leiden er toe dat Nederland steeds vaker een beroep doet op de bereidwilligheid van Schengenpartners om de visumverlening over te nemen.” Met als gevolg dat een eventueel beroep tegen Frankrijk in het Frans moet worden gevoerd.
De Ombudsman is niet tevreden met het antwoord van Timmermans. In zijn brief van 5 februari herhaalt hij dat inwoners van Nigeria “worden geconfronteerd met een procedure die niet voldoet aan de elementaire behoorlijkheidsnormen die wij in Nederland kennen. Ook nu, in zijn brief van 12 maart, zegt de minister weer dat hij daarin geen verandering kan brengen en dat hij de consequenties ‘aanvaardbaar’ vindt.
Uit het onderzoek van Argos en De Groene Amsterdammer blijkt het ook voor te komen dat visumaanvragers onbehoorlijk worden behandeld. Zo werd de 78 jarige Cenelia Alcazar vorig jaar tot twee maal toe weggestuurd van de Nederlandse ambassade in Colombia. De eerste keer omdat ze de afspraak niet had herbevestigd, de tweede keer omdat een pagina niet was uitgeprint. Mevrouw Alcazar had beide keren en reis van zevenhonderd kilometer moeten maken om naar de ambassade te komen. In deze kwestie heeft het ministerie in een gesprek met familie haar verontschuldigingen en een financiële vergoeding aangeboden.
En het ministerie stelde een consulaire instructie op om in de toekomst een `bureaucratische houding te voorkomen`en ‘actief mee te denken`over een goede oplossing als dossiers incompleet zijn.
Nederland heeft de afgelopen vijf jaar gemiddeld zeven procent van alle visumaanvragen geweigerd. Dat verschilt nogal per land. Zo wees Nederland in Nigeria in de jaren 2009 tot en met 2011 gemiddeld 30 procent van de aanvragen af. België, waar een deel van de Nigerianen een heen moet, wees in naam van Nederland in 2012 en 2013 gemiddeld 39 procent af, Frankrijk in 2012 (over 2013 heeft Frankrijk de cijfers nog niet doorgegeven aan het ministerie in Den Haag) weigerde namens Nederland 27 procent van de verzoeken.
Nederland heeft niet alleen met Frankrijk bilaterale afspraken over visumvertegenwoordiging, maar sinds 2012 vertegenwoordigen ook Duitsland, Zweden, Luxemburg, Spanje, België, Italië, Portugal, Hongarije, Zwitserland en Slovenië Nederland in tientallen landen bij het toekennen of afwijzen van aanvragen voor visa kort verblijf.
Argos, ´Welkom in Nederland´, Radio 1, zaterdag 15 maart, 14.00 uur
De Groene Amsterdammer, 19 maart 2014