Meten aan vogels

Elmar Veerman

Als je precies wilt weten hoe vogels vliegen, zul je dat moeten meten. Maar hoe?

Vliegen is simpel. Je hoeft alleen maar even de zwaartekracht te compenseren met een net zo grote kracht die omhoog is gericht. Voor de meeste vogels is dat een eitje. Maar hoe genereren ze die kracht? Dat is nog altijd grotendeels een raadsel.

Toegegeven, je kunt een eind komen door goed naar vogels te kijken, na te denken en aan het tekenen en rekenen te slaan. Leonardo da Vinci deed dat ruim vijfhonderd jaar geleden al in zijn Codex over de vogelvlucht, hier te lezen met Engelse vertaling.

De wetenschap heeft tegenwoordig natuurlijk meer mogelijkheden, zou je denken, en dat klopt. Toch blijkt het in de praktijk nogal beperkt. Zoek je online naar mensen die onderzoeken met welke krachten vogels vliegen, dan kom je steeds bij dezelfde onderzoeker uit: David Lentink, opgeleid als bioloog én luchtvaartingenieur. Die combinatie komt verder vrijwel niet voor, en misschien is dat de reden dat niemand zo ver gaat in het ontwikkelen van techniek om vliegende vogels te bestuderen.

Niet dat hij de eerste of enige is die metingen doet aan vliegende vogels, natuurlijk. Anderen doen bijvoorbeeld proeven met rook in windtunnels, want die kunnen best iets vertellen over de luchtstromen die vleugelslagen veroorzaken, en daarmee indirect ook welke krachten daarbij spelen. Zeker als je het allemaal vastlegt met supersnelle camera’s die duizenden beelden per seconde maken. Maar de turbulentie die daarbij optreedt, maakt het duivels ingewikkeld en zorgt dat de resultaten nogal onzeker zijn.

David Lentink en zijn collega’s bestuderen voornamelijk piepkleine vogeltjes: dwergpapegaaien en kolibries. Een speciale windtunnel met laserapparatuur en andere technische snufjes bouwen is al duur genoeg op klein formaat, dus dan zet je het meten aan zeearenden wel uit je hoofd. Al direct bleek uit proeven met minipapegaai Obi, die voorzien van een piepkleine laserbril heen en weer vloog, dat de luchtstromingen ingewikkelder zijn dan altijd werd gedacht.

Wil je meer weten over de metingen, en meer zien, dan moet je natuurlijk naar de aflevering van Grote vragen kijken. Nog meer? Ga naar de site van het Lentink Lab.