Arnout Hauben volgt met zijn vrienden de GR 129, van Brugge tot in Aarlen. Het is het langste bewegwijzerde wandelpad in België. In de bossen van Beernem botst Arnout op een duister geheim: honderd jaar geleden werd de grootoom van Koningin Mathilde hier in de rug geschoten en levend begraven. Tot vandaag is de moord in mysterie gehuld. Arnout trekt daarna richting de Vlaamse Ardennen. De heuvels heten er ‘bergen’ en roepen herinneringen op aan de heroïsche wielrenners in de Ronde van Vlaanderen.
aflevering 1. Het vertrek uit Brugge
aflevering 2. Over de taalgrens
Arnout Hauben en zijn vrienden steken de taalgrens over en ze komen al snel terecht in de dierentuin Pairi Daiza. Het park is gebouwd op de ruïnes van een oude abdij met een duister verleden. Langs de oevers van de Samber komt Arnout terecht in Marcinelle. Hij spreekt er met de laatste getuigen die de mijnramp van 1956 hebben meegemaakt.
aflevering 3. Van Marcinelle naar de Ardense bossen
Op hun voettocht door België logeren Arnout Hauben en zijn vrienden bij de paters van Maredsous. Diep in de bossen van Houyet gaat Arnout op zoek naar wat er overbleef van het Hotel Royal d'Ardenne, een hotel dat werd gebouwd door Leopold II. De tocht gaat verder langs de Lesse, dwars door de bossen van de Ardenne.
aflevering 4. Van Herbeumont naar Aarlen
In Herbeumont kamperen Arnout, Ruben en Philippe aan de oevers van de Semois. Daarna trekken ze door de Gaumestreek. In het bos van Torgny, het meest zuidelijk gelegen dorp van België, ontmoeten ze een bijzondere kluizenares.