Nooit meer slapen bestaat vijf jaar. Reden voor een feestelijke ode aan de nacht, live vanuit Desmet in Amsterdam. Gepresenteerd door man van het eerste uur Pieter van der Wielen.

'Toen we begonnen in 2014 was de afspraak dat we na drie maanden verder zouden kijken wat betreft de aanpak,’ zegt Nooit meer slapen-presentator Pieter van der Wielen. ‘Maar dat gesprek heeft nooit plaatsgevonden, het is stilzwijgend verlengd en nu blijken we al vijf jaar bezig. Het leven raast aan je voorbij, zo gaat dat denk ik bij veel mensen. Zo’n jubileum en het vieren ervan heeft daarom iets engs, want dat maakt je daarvan bewust. Maar ik vind het presenteren van dit programma onverminderd leuk, spannend en interessant.’

Is inmiddels niet heel cultureel Nederland bij jullie langsgeweest in de radiostudio?

Van der Wielen: ‘Een groot deel ervan wel, maar nog steeds vinden we nieuwe gasten die de moeite waard blijken. Sommigen zijn al twee keer aan de beurt gekomen, zoals Herman Koch of Dimitri Verhulst. Verrassend genoeg blijkt dat helemaal niet erg, dan gaan we gewoon verder waar we eerder gebleven waren. Ik kan wel angst hebben voor hoeken waar we misschien nog helemaal niet geweest zijn, een soort blinde vlekken.’

Wie staat er nog op je verlanglijstje?

‘We zijn natuurlijk in essentie een cultuurprogramma, maar van mij mogen de grenzen best wat opgerekt worden. Zo zou ik heel graag Peter R. de Vries een keer ontvangen. Ik ben door hem gefascineerd, er zit zo’n rechtschapenheid in die man. Hij komt natuurlijk al heel vaak op tv, maar radio is lekker direct. Bovendien heeft de nacht iets speciaals, mensen zijn dan in een andere mentale staat dan overdag, meer ontspannen. Hij lijkt me alleen wel iemand die vroeg naar bed gaat. Verder krijgen we bijvoorbeeld oud-sporters nauwelijks te pakken. Misschien is het voor sommigen te onvoorspelbaar wat er gaat gebeuren. Want er is niks gescript, we spelen geen toneelstukje. Ik geef iemand kort voor middernacht een hand en dan begint live onze ontmoeting.’

Hoor je weleens een uitzending terug?

‘Nee. Dus ik weet nooit zeker of iets zo mooi was als ik dacht. Of zo slecht, dat komt ook voor. Soms luister ik wel even naar een stukje, om te weten of ik stopwoordjes gebruik.’

Krijg je reacties?

‘Van de redactie natuurlijk, dat is hun werk. En van de twee mensen die een espressobarretje hier bij mij om de hoek runnen. Daar ga ik vaak koffie halen en dan vertellen ze hoe laat ze tijdens het programma in slaap zijn gevallen, haha.’

Waaruit bestaat jullie feestje van 4 op 5 januari?

‘Een aantal gasten, onder wie Stefano Keizers, Tim Knol, Don Duyns en Maartje Wortel, zullen een ode aan de nacht brengen. Ook kijken we terug aan de hand van bijzondere fragmenten. Dat vind ik best moeilijk, omdat zoiets dan zo losgezongen is van de context. Zoals toen bokser Lucia Rijker me op mijn verzoek een flinke klap op m’n buik gaf, na een heel gesprek over incasseren. Daarvan blijft dan alleen die hengst over; de lading die het had, gaat verloren. Daarnaast zullen er zeker ook poëtische momenten zijn, het wordt niet louter spanning en sensatie.’

En vervolgens vrolijk verder?

‘Wat mij betreft wel. Ik heb ’s avonds altijd zin om naar de studio te gaan, het voelt als een toegift op de dag. De uitzending vliegt ook elke keer voorbij; hè, is het al twee uur? En dan rijd ik weer naar huis, met keiharde, veel te drukke jazz aan, om te voorkomen dat ik in slaap val.'

Bekijk foto's en video van de jubileumuitzending hier of luister de hele uitzending hier.