De 12-jarige Rodríquez is een half jaar lang, zonder dat zijn oma en vader het wisten, in het geheim naar balletles gegaan. Inmiddels zit hij op De School voor Jong Talent, wat onderdeel is van het prestigieuze Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Regisseur Martijn Blekendaal volgt Rodríquez tijdens zijn balletlessen, bij hem thuis, een auditie en zijn optreden voor prinses Beatrix. Voor Rodríquez is balletdanser en choreograaf Hans van Manen zijn grote voorbeeld. Wat volgt is een bijzondere ontmoeting, waarin hij goede tips en wijze levenslessen krijgt van Hans.
Het begon allemaal al vroeg voor Rodríquez. Zijn moeder hield het een half jaar geheim voordat ze zijn vader en oma vertelde dat Rodríquez naar balletles ging. Zijn moeder danst zelf al bijna 45 jaar, is professioneel bewegingsdocent en zag in haar zoon een geboren balletdanser. Zijn vader werkt bij een groente- en fruithandelsbedrijf en is voetbalfan. Hij vond het eerst moeilijk te accepteren dat Rodríquez zich zo vol op ballet stortte, maar inmiddels steunen beide ouders hem enorm om zijn eigen passie te volgen.
Regie: Martijn Blekendaal
paspoort en interview
Beroep: balletdanser, als dat niet lukt: acteur of iets met zingen, bijvoorbeeld musicalster
Hobby's: uitslapen, trampolinespringen, buitenspelen, computeren en lezen
Lievelingseten: pizza en roti
Favo muziek: niet van rock, ik houd van moderne en gevoelige muziek (bv Ariana Grande of Beyonce)
Favo tv-programma: Wie is Mol
Favo film: The Hunger Games
Favo website: www.roblox.com
Houdt niet van: oorlog, ruzies, geweld en mensen die niet luisteren
Hoe is het begonnen?
‘Toen ik 3,5 jaar was, zag mijn moeder me een keer door de tuin lopen en toen liep ik al relevé, dat is op de tenen. Toen heeft ze me stiekem op ballet gedaan, zonder dat mijn vader en mijn oma het wisten. Mijn balletjuf vroeg of ik een keer auditie wilde doen, en ik zei meteen: ja! Nu zit ik op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ik dans elke dag drie uur na school.
Iets voor meisjes of voor jongens?
In mijn balletklas zitten in totaal maar twee jongens, maar voor mij is het heel normaal om te dansen. Je kunt lekker vrij zijn, en lekker bewegen. De basis heb ik inmiddels wel onder de knie, maar er is nog veel dat ik moet leren, vooral de zware dingen.
Als je later groot bent?
Later wil ik een heel grote en beroemde danser worden en bij Het Nationale Ballet dansen. Daarvoor moet ik nog heel veel lessen volgen, veel leren en misschien wel een zomercursus doen. Mijn droom is om dan Het zwanenmeer dansen. Dat is een heel bijzonder ballet, over een witte zwaan en een zwarte zwaan die met elkaar de strijd aangaan. Als ik dans, ga ik helemaal op in het verhaal.’
©
Witfilm / VPRO