Terwijl kapitein Bering zijn schip niet afdurfde, liep zijn scheepsarts, de Duitser Georg Wilhelm Steller, een paar uur rond op het nieuwe continent Alaska. De ontdekker werd lang opzettelijk vergeten.

Georg Wilhelm Steller (1709-1746) was een van de vele Duitse onderzoekers en geleerden die in de achttiende eeuw in Rusland actief waren en onder meer de basis legden voor het in kaart brengen van Siberië, 37 keer zo groot als Duitsland en meer dan 300 keer zo groot als Nederland. Omdat tsaar Peter de Grote besefte dat het Russische rijk zijn voordeel kon doen met wetenschappelijk onderzoek, gaf hij in 1725 opdracht om uit te zoeken of er tussen Siberië en het Amerikaanse continent een verbinding over land bestond.

Deze eerste Kamtsjatka-expeditie, genoemd naar het Siberische schiereiland en geleid door de Deen Vitus Bering (ja, van de gelijknamige zee), strandde in slecht weer, zodat in 1737 een tweede van start ging, opnieuw onder aanvoering van Bering. Steller wilde daarvan maar wat graag deel uitmaken, wat hem uiteindelijk zou lukken.

Als student had Steller de theologie als snel ingeruild voor natuurwetenschappen en geneeskunde. Omdat hij in Pruisen geen mogelijkheden zag, werd hij in Danzig arts bij het Russische leger en belandde vervolgens in Sint-Petersburg, waar hij het tot lid van de Academie van Wetenschappen schopte – klaar om te vorsen en carrière te maken.

Gaai

In december 1737 begon Steller aan een tocht van vele duizenden kilometers naar Siberië, een vier jaar durende onderneming, veelal per slee en te voet, die gepaard ging met enorme ontberingen. Zijn vrouw wilde niet met hem mee. Volgens zijn baas en expeditiegenoot Gmelin leefde Steller spartaans, nam met heel weinig genoegen en bleef altijd welgemoed – alles voor de wetenschap. Toen na twee jaar eindelijk Irkoetsk en het Baikalmeer werden bereikt, beschreef Steller er 1150 bloemen en planten in zijn Flora irkutiensis. Pas in de zeehaven Ochotsk maakte hij voor het eerst kennis met Bering. Daarna werd de oversteek naar Kamtsjatka gemaakt, waar Steller studie maakte van de oorspronkelijke bewoners. In 1741 nodigde Bering hem daar uit voor het ultieme doel van alle inspanningen: de tweede Kamtsjatka-expeditie die per schip het eiland Kayak bij Alaska wist te bereiken. Steller spotte er een gaai waarvan hij wist dat die in Amerika voorkwam, waaruit hij afleidde dat ze Amerikaanse bodem hadden bereikt. Maar Bering, met wie Steller voortdurend overhoop lag, wilde er alleen zoet water innemen en dan wegwezen, want er was slecht weer op komst. Zodoende kreeg Steller maar zes uur om op Kayak onderzoek te doen. Zijn notities kregen dan ook de titel Catalogus plantarum intra sex horas observatarum.

korstmossen

 Op de terugweg leed de Sint Peter schipbreuk en de bemanning moest de winter zien door te brengen op een onbewoond eiland bij Kamtsjatka. In de strijd om te overleven traden Stellers kwaliteiten pas goed aan de dag, als arts, zielzorger en wetenschapper. Hij liet de zieken korstmossen eten, omdat hij wist dat groenten en kruiden hielpen tegen scheurbuik – maar Bering stierf omdat hij er niks van wilde weten. Steller stond de stervenden bij ¬– een groot deel van de bemanning zou overlijden. Ook bleef Steller onverstoorbaar onderzoek doen ¬en ontdekte bijvoorbeeld de naar hem genoemde zeekoe. Die later door pelsjagers zou worden uitgeroeid.

Het volgend voorjaar slaagden de overlevenden erin van wrakhout een boot te bouwen en daarmee Kamtsjatka te bereiken, waar Steller gewoon doorging met vorsen. Pas in 1744 begon hij met zestien volgepakte kisten aan de lange weg terug naar Sint-Petersburg, maar stierf twee jaar later van koorts en uitputting in Tjoemen, 2000 kilometer ten oosten van Moskou, 37 jaar jong.

Steller raakte in vergetelheid, nadat de Russen zelf de ontdekking van Alaska claimden. Tot zijn papieren nalatenschap werd herontdekt en hij de eer kreeg die hem toekwam.

O'Hanlons Helden - Scheurbuik en schipbreuk
Zondag 5 januari, Nederland 2, 20.20-21.10 uur