'De nieuwe roman van Jonathan Safran Foer gaat over woorden. De zoon van hoofdpersoon Jakob, Sam, 13 jaar, aan de vooravond van zijn bar mitzwa, maakt op school een lijstje van schuttingwoorden. Hij wordt terecht gewezen door zijn leraar en zijn moeder. Wat betekenen die woorden? Is de woorden opschrijven hetzelfde als ze uitspreken? En is ze uitspreken altijd fout?

Jakob zelf wisselt wat zeer expliciete sms'jes met een collega van zijn werk. Is hij daarmee vreemd gegaan? Zijn vrouw beoordeelt het als ontrouw, zelf zegt hij dat het 'maar woorden' zijn.

Als God Abraham vraagt zijn zoon te offeren, dan antwoordt de vader met Hier ben ik. Als zijn zoon vraagt wat er te gebeuren staat, dan zegt hij: Hier ben ik. Maar de omstandigheden zijn zodanig dat je er niet tegelijkertijd voor je zoon kunt zijn en ook voor God. Of je beschermt je kind, of je gehoorzaamt God.

Hoe verenig je als mens al die verantwoordelijkheden? Kun je tegelijk een goede vader zijn en besluiten, zoals Jakob doet, naar Israël te gaan om het land te redden van een nakende ondergang? Wat zeg je eigenlijk als je tegen verschillende mensen Hier ben ik zegt en die beloftes onverenigbaar blijken? En wat zegt dat verolgens over jou? De roman gaat kortom over de bijna onmogelijke opgave om een mens te zijn.'