De door Sybold van Ravesteyn ontworpen Diergaarde Blijdorp in Rotterdam telt niet minder dan 21 rijksmonumenten. VPRO’s OVT zendt op 15 oktober rechtstreeks uit vanuit Blijdorp.

Tot 1940 bevond de dierentuin van Rotterdam zich in de binnenstad. Omdat de grond daar duur was en de gemeente bouwplannen had, werd besloten de uit 1857 daterende Rotterdamsche Diergaarde te sluiten en een nieuwe dierentuin aan te leggen aan de rand van de stad, waar in de jaren dertig de wijken Blijdorp en Bergpolder werden gebouwd. Eerst werd Leendert van der Vlugt aangezocht, ontwerper van de Van Nellefabriek, maar toen die plotseling overleed viel de keuze op de in Rotterdam geboren architect Sybold van Ravesteyn, die in dienst van de Spoorwegen overal in Nederland stations en seinhuizen ontwierp. Hij kreeg de unieke opdracht om in z'n eentje in een keer de hele dierentuin te ontwerpen, dus niet alleen de gebouwen maar ook de interieurs, stallen, looproutes, buitenverblijven en beplanting.

Van Ravesteyn was aanvankelijk een aanhanger van het Nieuwe Bouwen, dat zakelijkheid en functionaliteit voorstond, maar hij miste daarin de esthetiek en ging over op gebogen lijnen, ornamenten en toegepaste kunst. Zijn eigenzinnigheid en speelsheid, destijds niet door iedereen gewaardeerd, komen in Diergaarde Blijdorp – sinds 2007 een rijksmonument – op een unieke manier tot uiting. In Ir. S. van RavesteynDiergaarde Blijdorp, een zwart-witfotoboek van Joh. de Vries over de aanleg van de in 1940 geopende dierentuin, vraagt Carel Weeber zich in het voorwoord af 'hoe het mogelijk is dat deze architect kans zag tot zulke radicale buitelingen'.

'De architect geloofde nu eenmaal in 'feestelijke architectuur met een welhaast bezwerende werking ten aanzien van het naderend onheil'.'

Maarten van Bracht over Sybold van Ravesteyn

metalen aapjes

Die speelsheid is al meteen zichtbaar bij de oude hoofdingang aan de Van Aerssenlaan – de nieuwe ligt vanwege de ruime parkeergelegenheid sinds de uitbreiding van Blijdorp aan gene zijde van de spoorlijn –, een uitnodigende entree met twee golvende inhammen, de ene met drie smeedijzeren hekken tussen hoge met marmer beklede kolommen waarop dierenfiguren staan, de andere met vijf kassa’s op een rij onder een luifel. De entree is in 2011 gerestaureerd, vertelt woordvoerder Constance Alderlieste, tevens hoofdredacteur van magazine De Giraffe dat de 115.000 abonnementhouders krijgen toegezonden.

Een enorme historische foto die op het 160-jarig bestaan attendeert moet verhullen dat onlangs een auto tegen het hek is gebotst – het wordt nu hersteld. 'Diergaarde Blijdorp,' staat in sierlijke, ijle neonletters boven de kassa’s, met daarnaast het logo van de dierentuin: twee gestileerde giraffenkoppen. Onder de kassa’s zijn op kinderooghoogte kleine keramische figuurtjes aangebracht, en op de ronde Winkel van Sinkel meteen daarachter staan gelakte metalen aapjes. Overal in de gaarde zijn dergelijke speelse ornamenten te vinden. Van Ravesteyn schakelde schilders en beeldhouwers in en gaf hun in opdracht vervaardigde kunstwerken een plaats in zijn architectonisch concept.

Het Giraffenhuis is door colonnade verbonden met de Theeschenkerij.

berentheater

Laverend tussen de vele bezoekers op deze regenachtige vakantiedag, geeft Alderlieste een rondleiding langs de 21 rijksmonumenten waarop Van Ravesteyn zijn stempel drukte en waarvan een deel inmiddels is gerestaureerd en gemoderniseerd. Aan een symmetrische as in de lengterichting lagen achter elkaar het berentheater, het roofdierengebouw, de Rivièrahal, de in 1972 wegens bouwvalligheid afgebroken uitzichttoren, een vijver met bassins, het giraffenhuis en het theehuis. Links en rechts van de as waaierden de paden en buitenverblijven uit, een patroon dat ondanks alle aanpassingen en verbouwingen nog steeds herkenbaar is.

De architect gaf blijk van moderne inzichten door betrekkelijk ruime dierenverblijven te ontwerpen en als afscheiding greppels en grachten in plaats van tralies en hekken. Toch stonden voor hem architectuur en esthetiek nog centraal; de dieren en hun welzijn kwamen op de tweede plaats. Na het bombardement op Rotterdam in 1940 werden de overgebleven dieren uit de oude diergaarde naar de nieuwe overgebracht, die in december officieel werd geopend. Naast lof kreeg Van Ravesteyn ook kritiek omdat zijn ontwerp te weinig dienstbaar en behaagziek zou zijn, maar de architect geloofde nu eenmaal in 'feestelijke architectuur met een welhaast bezwerende werking ten aanzien van het naderend onheil'. De bij de opening aanwezige Duitse bezetter toonde geen bezwaar, ondanks al het door de architect gebruikte beton, glas en staal, zijn zwierig golvende daken en ronde stalen ramen.

Op de bouwplaats van Blijdorp. In het midden Sybold van Ravesteyn.

kathedraal

De Rivièrahal, het hoofdgebouw, was een wintertuin met tropische planten. De bezoeker moest zich aan de Franse Rivièra wanen, in een exotische omgeving. De hal, die oogt als een kathedraal, werd in en na de oorlog gebruikt voor grote diners, concerten, modeshows en bokswedstrijden – half Rotterdam lag immers in puin. Nu is het een binnenspeeltuin, waarvan op deze regendag onder oorverdovend kinderlawaai gretig gebruik wordt gemaakt. In de gerestaureerde linkervleugel zijn dikhuiden ondergebracht, waaronder drie uiterst zeldzame zwarte neushoorns. Sluitstuk van de rondleiding zijn het fraai gerestaureerde voormalige Giraffenhuis en de Theeschenkerij, twee symmetrische gebouwen die door een colonnade worden verbonden. 

Een moderne dierentuin stelt heel andere eisen aan de inrichting dan tachtig jaar geleden, maar in Blijdorp wordt geprobeerd om de erfenis van Van Ravesteyn te combineren met veranderende inzichten op het gebied van dierenwelzijn, presentatie, educatie en exploitatie. Alderlieste: 'We proberen steeds met alle betrokkenen, zoals architecten, de Commissie Welstand en dierenverzorgers, de monumenten aan te passen, met behoud van het oorspronkelijke karakter.'